Reisverhalen

Reisverhalen

Bezoek de mooiste bestemmingen in Azië
Reizen in een aangenaam reistempo
Nederlands- en/of Engelssprekende reisleiding
Bekijk onze Azië reizen
Logo Stichting Garantiefonds Reisgelden Aangesloten bij SGR

Reisverhalen

Sinds de oprichting van Stichting Het Schone Streven in 1990 hebben wij vele reizigers hun droomreis mogen aanbieden. Enkelen hebben hun ervaringen op papier gezet en naar ons toegestuurd, graag delen wij deze reisverhalen met u om een beeld te scheppen van hun belevingen.

Een prachtig reisverslag van F. Lettinga Vietnam rondreis 2 november 2012

30-daagse rondreis Vietnam (van zuid naar noord) Reisorganisatie Het Schone Streven

Periode: 2 november t/m 1 december 2012

Auteur: Frans Lettinga (frans.lettinga@gmail.com)

 

Voor dit reisverslag werd dankbaar gebruik gemaakt van het verslag van Ricy Loeffen die dezelfde reis maakte in de periode jan/febr. 2012. Met toestemming van de auteur zijn onderdelen ontleend aan dit verslag in schuine letter afgedrukt.

 

Download hier het volledige reisverslag in PDF.

 

 

Vrijdag 2 november - vliegen naar Singapore

Vandaag vertrekken 21 deelnemers voor een 30-daagse reis. 7 van ons kennen elkaar van eerdere reizen. Om de reis relaxed te beginnen hebben 5 van ons de nacht doorgebracht bij Van der Valk Schiphol en zij laten zich met de van der Valk bus keurig afzetten voor de vertrekhal. We worden op Schiphol in hal 3 verwelkomd door de heer Hartloper. De deelnemers worden aan

elkaar voorgesteld en na het passeren van de douane is er voldoende tijd voor een ontbijt op de luchthaven. We vliegen met Singapore airlines, nummer 3 op de lijst van de beste airlines ter wereld in 2012. Schema vertrektijd is 10.30 uur. Het wordt wat later. Om kwart over 11 komt ons toestel, een boeing 777-200, los van de grond. We zijn op weg naar Singapore van waar we de volgende dag zullen doorreizen naar Ho-Chi-Minh

city. De vlucht duurt ongeveer 12 uur en met een tijdsverschil van 7 uur landen we om 6.16 uur de volgende dag op de luchthaven van Singapore.

 

Zaterdag 3 november – in Ben Tre

Met de airport trein rijden we naar terminal 2, de terminal van waar onze vlucht naar Hoi Chi Minh city zal vertrekken. Wij zijn vervolgens op de koffie bij Délifrance en maken kennis met onze reisgenoten. We vertrekken om 5 over 10, een kwartiertje later dan gepland. We draaien de klok een uur terug want het tijdsverschil met Vietnam is 6 uur (t.o.v. Amsterdam). Om 10 voor 11 landt ons toestel, ook een boeing 777-200 op Ho Chi Minh city airport. Vliegtijd dus 1 uur en drie kwartier.

 

Ook tijdens deze vlucht met Singapore airlines ervaren we de prima service van de stewardessen en stewards. Wat voorkomend zijn ze en wat een geduld hebben ze als ze met een smile op hun gezicht moeten wachten wanneer passagiers ze zo nu en dan in de weg lopen. De afhandeling verloopt snel. In de aankomsthal kunnen we dongen pinnen. Hier worden we plotseling miljonair. Ik pin 4.000.000 dong voor bijna 152 euro.

 

Buiten aangekomen worden we verwelkomd door Vincent Duiker, onze reisleider. Voor een aantal van ons opnieuw een kennismaking want we ontmoetten hem tijdens ons bezoek aan de vakantiebeurs in januari van dit jaar. Hij was het die ons uiteindelijk inspireerde om deze reis te boeken.

 

Bij de bus aangekomen worden we begroet door Phuong, onze Vietnamese gids die zich in het engels goed verstaanbaar maakt. We maken kennis met onze chauffeur Dat en met co-driver Vu.

 

Vu zorgt ervoor dat we veilig uitstappen. Maar ook zorgt hij voor fris en koud water (2 flesjes per dag), voor onze koffers in en uit de hotels en van tijd tot tijd voor verfrissingsdoekjes. Met 21 personen in een grote bus kunnen we ruim zitten. De reis door Vietnam kan beginnen.

We rijden naar het zuiden. Phuong is druk bezig om voor haar reisdeelnemers de route die we door Vietnam zullen volgen, met een markeerstift op een landkaart van Vietnam in te tekenen. Wat een service. Om half 2 gebruiken we de lunch in An Khanh aan het water. We maken kennis met het eten met stokjes van typisch Vietnamese gerechten. Rond de klok van 3 uur arriveren we in het driesterren hotel Ham Luong in Ben Tre. Nadat we ons hebben omgekleed in een wat krappe hotelkamer is het tijd voor een verfrissende duik in het buitenbad van het hotel. Op de 4e etage ligt de overdekte openluchtbar waar ik via mijn ipad het vaderland laat weten dat het ons goed gaat. Alle hotels waar we zullen verblijven beschikken over gratis wifi, iets dat hier normaal is. Steeds meer deelnemers weten de weg naar de bar te vinden en de kennismaking wordt hier voortgezet.

 

Om 7 uur vertrekken we met de bus naar restaurant Nha Hang Noi in Ben Tre. Deze eet- gelegenheid is gebouwd in de vorm van een betonnen schip. Ook hier valt helemaal niets te klagen over wat ons wordt voorgeschoteld. We beginnen al gewend te raken aan de Vietnamese keuken. Veel kleine hapjes, waarbij de Vietnamese loempiaatjes en fruit voor ons herkenbaar zijn; de andere gerechtjes zullen we de komende tijd ook vaak voorbij zien komen : pho (noedelsoep met rundvlees of kip), banh khoai en banh beo (pannenkoekjes en gestoomde noedels), cao lau (rijstnoedelgerecht), banh xeo (vispannenkoekjes) enz.

 

Zondag 4 november – Ben Tre – My Tho – Can Tho

We (Pascal en ik) zijn te vroeg (rond 6 uur) wakker waarschijnlijk als gevolg van een verstoord tijdritme. Het is zonnig weer en het belooft vandaag warm te worden (ca. 32 graden). Na het ontbijt met een duidelijk Aziatische inslag vertrekken we om 8 uur lopend naar de overkant van de boulevard waar in een zijarm van de Mekong rivier een boot voor ons klaar ligt. We varen over de brede rivier en genieten van de bedrijvigheid aan de oever. We leggen aan bij een bedrijfje waar een familie druk in de weer is met het openen van kokosnoten, het uitsnijden van het vruchtvlees waarna vervolgens de noot van de harde bast wordt ontdaan. We varen door de Ba Lai, de Ham Luong op. Via smallere kanalen bereiken we langs de oever een bedrijfje waar kokossnoepjes worden gemaakt. Al die snoepjes worden, na het snijden, met de hand stuk voor stuk ingepakt. We leggen bij een brug aan en stappen uit. Na een kleine wandeling komen we bij een bedrijfje waar matten van cocos worden gevlecht. We worden uitgenodigd om mee te doen. Na dit bezoek lopen we een stukje terug en stappen we in de met 2 dwarsbanken uitgeruste laadbak van een scooter. Met 4 van dergelijke wagentjes rijden we over smalle wegen onder overhangende bladeren naar een plaats waar kleinere kano-achtige bootjes liggen. Nauwelijks bijgekomen van de snelle scooterrit, die op de lachspieren werkt, schuiven we voorzichtig in de vaarrichting in de wat onstabiele vaartuigjes. Elke boot biedt plaats aan 4 passagiers. We varen rustig door een prachtig natuurgebied. Opnieuw stappen we over in een grote boot met rieten stoelen van Nam Bo Tours. Deze boot brengt ons terug naar het hotel waar het een drukte van belang is. Een Vietnamese trouwerij en daar komen veel mensen op af. Even tijd om de “restroom” van het hotel te bezoeken en dan snel de bus in. De koffers en de handbagage stonden ’s morgens al in de bus.

 

De rit gaat richting My Tho. Niet ver voor deze plaats maken we een stop om de glinsterende Chua Vinh Trang te bewonderen. Deze uitnodigende pagode, gesticht in 1849 door een echtpaar, na een verbouwing in 1907 aan als een mengeling van een paleis van een sultan en een neobarokke villa met Korintische zuilen. Binnen staan Boeddha- beelden maar ook buiten. Vlak naast de pagode staat een enorm groot boeddha beeld, een lachende boeddha. Een tempel kan voor iedereen die iets bijzonders heeft gedaan, gebouwd worden, een pagode alleen voor een boeddha.

 

Het is tijd voor de lunch. Dat doen we ook in My Tho, in restaurant Ngoc Gia Trang. Ook hier laten we ons de gerechten van de Vietnamese keuken goed smaken. Om 2 uur rijden we verder richting Can Tho. We passeren twee lange bruggen. Vincent vertelt ons dat de eerste brug over de Tien Giang (de Bovenste Rivier) door Australiërs werd gebouwd. De tweede lange brug, vlak voor Can Tho, overbrugt de Hau Giang (de Onderste Rivier) en is 2750 meter lang. Deze brug werd gebouwd door Japanners en opgeleverd in 2010. Deze brug werd wereldwijd bekend als gevolg van het tijdens de bouw instorten van een deel van de brug. Hierbij kwamen 65 arbeiders om het leven.

 

Can Tho is de grootste plaats in de Mekong Delta, 170 km zuidelijk van Ho Chi Minh city. Hier ligt het vier sterren hotel Ninh Kieu 2 waar we om half 4 arriveren. Het meer dan 100 kamers tellende hotel ligt vrij centraal in Can Tho en mag terecht een stadshotel worden genoemd, op korte afstand van de Can Tho rivier.

 

We hebben tot 7 uur de tijd om ons te verpozen. Ceesjan, Pascal en ik nemen een kijkje in een naast het hotel gelegen warenhuis. We merken dat we met onze westerse smoelen best opvallen tussen het winkelend publiek. Pascal koopt hier voor een prikje een samsonite tas (een neppert) die hij zal gebruiken tijdens de dagen aan het einde van onze reis wanneer we zonder koffer zullen reizen.

Om 7 uur steken we de weg over naar restaurant Nambo. Daar was ik eerder in maart 2007 toen ik groepsreis maakte met Fox door Zuid-Vietnam, Cambodja en Thailand. Er zitten hier meer Nederlandse groepen te eten waaronder een groep van SCR en Fox. Terug in het hotel nemen we nog een drankje op het boventerras. Het is wat frisjes en gelukkig zijn de geluiden van de Vietnamese karaoke zangers verstomd. Karaoke is erg populair in dit land.

 

Maandag 5 november - Can Tho – Ho Chi Minh stad

Vroeg op. Zoals op alle dagen worden we door Vincent persoonlijk telefonisch gewekt. Om 7 uur wordt onze bagage geladen. We verlaten lopend het hotel op weg naar de Can Tho rivier. Aan de boulevard staat Ho Chi Minh in de vorm van een groot standbeeld. We schepen in en gaan op weg naar de Phong Dien drijvende markt, ongeveer 17 km ten westen van Can Tho. Hier komen veel handelaren in hun boten samen om hun waar aan de man te brengen. We zien een armada van vrachtscheepjes in alle soorten en maten. Veel boten zijn overladen met fruit en groenten. Wat voorradig is en wat niet kan aan de hand van een omhoog gestoken stok worden afgelezen. Na het draaien van wat rondjes door dit scheepsgewoel varen we weer terug. Om 9 uur zijn we weer terug aan de kade en om de hoek staat de bus met Vu ervoor klaar om ons te ontvangen voor de rit richting Ho Chi Minh city, voorheen (tot 1975) Saigon maar dat laatste wordt nog immer als aanduiding gebezigd.

Na een koffiestop, een uurtje later, bezoeken we onderweg een slangenboerderij (Nha Nuôi Tran) waar gif wordt afgetapt voor medicinale doeleinden. We worden rondgeleid en zien slangen in alle soorten en maten waaronder de python en de groene gifslang. Ook een aapje die de boel bij elkaar schreeuwt en meer dieren zoals struisvogels hebben in dit park hun verblijf.

 

Om 1 uur vervolgen we onze weg. We lunchen in Mekong Rest Stop in Long An village (mekongreststop.com.vn), een gelegenheid ingesteld op groepen. Ook hier zijn we tevreden met wat ons wordt voorgeschoteld. Het uitzicht op het fraaie restaurantpark waar gewandeld kan worden, zorgt voor een fraai decor.

 

Om even na half 3 breken we op en zetten we koers naar onze eindbestemming van vandaag, Ho Chi Minh City, een stad met ruim 8 miljoen inwoners. We maken kennis met het drukke verkeer; heel veel brommers en scooters. Anderhalf uur later stoppen we in het centrum van de stad voor een bezoek aan een groot centrum waar producten van paarlemoer worden verkocht (Minh Phuong aan de Mac Dinh Chi straat). Prachtig. Pascal is een van de kopers en zijn aankoop van formaat krijgt achterin de bus een vaste verblijfplaats.

 

Ons drie sterren hotel (hotel hoang hai long 2) in Saigon, waar we drie nachten zullen verblijven, ligt in district 1, in hartje stad vlak bij de Cho Ben Thanh markt. Bij aankomst op onze kamer blijkt dat er in de badkamer sprake is van een lekkage. Met man en macht wordt er wat gerommeld en gesleuteld en een half uurtje later is het euvel verholpen.

 

Om 7 uur staan we gereed voor de avondmaaltijd. We zitten gezellig bijeen op de 1e verdieping van Château restaurant (160 Tran Hung Dao straat). Met live muziek, ten gehore gebracht door een aardig op leeftijd gekomen man (de baas?), hebben we een genoeglijke avond. Elk nummer dat hij speelt, wordt door ons beantwoord met applaus. Elke keer staat de pianospeler op, buigt enkele keren en vervolgt dan zijn repertoire. De gerechten worden hier niet zo maar opgediend. Het zijn stuk voor stuk creatieve kunstwerken die zich lenen voor de camera. De heerlijke fles export wijn (chardonnay) die Willy, Cees en ik delen, maken deze maaltijd tot een van de toppers.

 

Nadat we terug zijn in het hotel vinden twaalf van ons dat we het voor vandaag nog niet hebben gehad. Vincent legde ons uit hoe in het backpackers uitgaansgebied te komen. Na een korte wandeling zijn we er. We oriënteren ons op een leuke “tent” waar we wat kunnen drinken en na wat heen en weer geloop hebben we dat gevonden, na veel trappen op, op een door de wind gekoeld dakterras. Hier, tussen het backpackers-volk met veel geluid om ons heen, drink ik 2 biertjes voor nog geen 3 euro. Om half 12 zijn we terug in het hotel.

 

Dinsdag 6 november – in Ho Chi Minh stad

Om 8 uur vertrekken we met de bus voor een stadsrondrit. Onze eerste stop is het beroemde Herenigingspaleis (Dinh Thong Nhat). Beroemd omdat op 30 april 1975 Noord-Vietnamese tanks de ijzeren hekken van dit paleis verpletterden. Hierdoor werd de val van de Zuid-Vietnamese regering een feit. Het moment was zodanig geregeld dat de laatste Amerikanen vanaf de ambassade met helicopters de stad verlieten. Het oorspronkelijke paleis was het uit 1868 daterende Norodompaleis en nadien de residentie van het Franse koloniale bewind. In 1962 werd het paleis gebombardeerd door een Zuid-Vietnamese luchtmachtofficier waarna er een nieuwe residentie, het Paleis van de Onafhankelijkheid werd gebouwd op de plaats van het Norodompaleis. We zien van achter de hekken de tank die ooit mede geschiedenis schreef. Voor de hekken wordt onze aandacht getrokken door een stroom van brommers en scooters die ons rijen dik voorbij gaan.

 

De volgende stop is de Notre Dame kathedraal met aan de overkant het Buu Dien Hoofdpostkantoor. De Notre Dame of Onze Lieve Vrouwe kathedraal is ontworpen door een Franse architect. Het is een neo-romaans bouwwerk en symboliseert de glorie van het Franse Rijk. Het herinnert aan de Notre Dame in Parijs. In 1877 werd met de bouw begonnen. Voor de kerk staat op een plein een fraai wit marmeren Mariabeeld.

Het zalmkleurige hoofdpostkantoor in koloniale stijl is indrukwekkend. Achter in de enorme hal met loketten zien we een enorm portret van Ho Chi Minh. Hier kan worden gepind. Postzegels plakken kan door gebruikmaking van de lijmpotten. Vincent liet in het begin van onze reis weten dat hier kaarten posten betekent dat ze binnen 7 tot hooguit 10 dagen in Nederland bezorgd zullen zijn. En achteraf bleek dat dit klopte.

Van de Notre Dame wandelen we via de Dong Khoi straat naar de Opera. Even verderop zien we het Caravelle hotel liggen, het hotel waar in de oorlog de journalisten verbleven. We wandelen naar het plein met het standbeeld van Oom Ho (Ho Chi Minh) in zijn rol als favoriete oom van alle kinderen. Hier bewonderen we het fraaie stadhuis van Saigon. Even terug, op de kruising van Le Loi en Nguyen Hue, ligt het beroemde Rex hotel, de plaats waar de Amerikaanse officieren tijdens de oorlog huisden.

 

We stappen weer in de bus. De Thien Hau pagode is ons volgende reisdoel. Het is een kleurrijk gedecoreerde pagode met op de binnenplaats een hoop wierookspiralen die langzaam opbranden. Zo’n spiraal brandt wel 3 weken. Vincent brandt namens ons allen een spiraal. Op het kaartje dat er aan hangt vragen we om een voorspoedige reis door Vietnam.

 

Onze volgende stop is de groothandelsmarkt, de Binh Tay markt. Het twee verdiepingen tellende hoge gebouw uit 1920, puilt uit van waren en is vooral voor de aanschaf van levensmiddelen interessant. Na een rondwandeling door de smalle gangen van de markt staat een ieder om kwart over 11 gereed voor een tocht met fietstaxi’s. Het wordt een fantastische cyclo tour ! Per fietstaxi, 1 persoon. Je zit zelf comfortabel voorop en je vertrouwt op de door het drukke stadsverkeer manoeuvrerende fietser achter je. We maken enthousiast foto’s van elkaar. De tocht duurt een uur. We worden afgezet bij de Lion, een enorm groot restaurant aan Lam Son Square. Het is een buffetrestaurant dus vandaag is het zelf uitkiezen wat te eten.

 

Met een goed gevulde maag gaan we (ons clubje van 7 met Rob en Anneke) vanaf hier en nu genieten van onze vrije middag. Onze eerste stop is het dakterras van het Rex hotel waar ik ook in 2008 was. Het is sinds 1975 een 5-sterrenhotel. Tijdens de Vietnamoorlog was het de plaats waar verslaggevers het nieuws oppikten. Hier vonden elke avond tegen 5 uur de persconferenties van het Amerikaanse leger plaats. We drinken tegen West-Europese prijzen koffie, thee of een frisje en genieten we van de rust op het terras en van het uitzicht op het plein onder ons.

We hebben afgesproken om rond de klok van half 4 bij de Bitexco Financial Tower te zijn, de hoogste wolkenkrabber van Ho Chi Minh city. Na een wandeling van ongeveer 20 minuten over de Nguyen Hue bereiken we dit opvallende gebouw, het op een na hoogste gebouw van Vietnam (na de Keangnam Hanoi Landmark Tower). Onder “aanvoering” van Vincent gaan we, met ook Ria en Gé erbij, met een supersnelle lift naar de 49e etage, naar het 360 graden observatiedek. Het is wat heiig maar ondanks dat kunnen we toch best ver kijken. Na dit schouwspel zakken we weer omlaag tot op straatniveau en opzij van de toren pikken we nog een terrasje.

 

We lopen naar ons hotel waar we om half 6 aankomen. Bijna 2 uur later staan we klaar en lopen we naar de bus voor het diner in de oude stad (Phô Xu’a, 11 B Le Quy Don street). Wat hebben we hier snel gegeten! Om 8 uur waren we al klaar en rijden we terug naar het hotel. Van hier wandelen we naar het Rex hotel waar het op het dakterras erg druk is. Er worden tafels tegen elkaar geschoven en drankjes besteld waaronder cocktails die hier niet zo goedkoop zijn.

 

Even na 10 uur lopen we terug naar het hotel. Morgen is het vroeg op.

 

Woensdag 7 november – Cu Chi – Cao Dai

Om kwart voor 7 vertrekken we voor een rit van 65 km naar het noordwestelijk gelegen Cu Chi. Saigon verlaten vraagt enige tijd. We zitten in de ochtendspits en we zien een klein deel van de 5 miljoen brommers en scooters die deze stad rijk is. De politie houdt de bus aan. Onze chauffeur Dat stapt uit en even later blijkt dat hij een bekeuring heeft gekregen van 1,2 miljoen dong. En dit vanwege het simpele feit dat hij voor een brommer moest uitwijken en daardoor even over een doorgetrokken streep heen kwam. We horen van Vincent hoe de corrupte politie hier te werk gaat. Het informeel afkopen van de boete tegen een “gematigde” prijs verdwijnt in de zakken van de dienstdoende agenten. We besluiten om per persoon 50.000 dong (nog geen 2 euro) te schokken om zodoende onze chauffeur schadeloos te stellen.

 

Om even na 9 uur komen we aan in de plaats Cu Chi die beroemd is geworden tijdens de Vietnamoorlog vanwege het uitgebreide stelsel van ondergrondse tunnels. De tunnels van Cu Chi werden voor het eerst gebruikt door de Viet Minh in de strijd tegen de Fransen tussen 1940 en 1950. Tijdens de Vietnamoorlog dienden ze als schuilplaats voor de Viet Cong die op een bepaald moment gangen hebben gegraven tot onder het hoofdkwartier van de Amerikaanse 25ste legerdivisie. Vanuit hun schuilplaatsen lanceerde de Viet Cong verrassingsaanvallen op de vijand. Halverwege de jaren zestig omvatte het netwerk rond Cu Chi bijna 250 km aan tunnels. Gunstig voor het graven van de tunnels is het feit dat de grond hier bestaat uit rode kleiaarde en ver ligt boven de grondwaterspiegel. De uitgegraven aarde werd om de vijand niet te alarmeren, gestort in de Saigonrivier. Ook werden er bomkraters mee opgevuld.

 

Na een inleiding door Vincent met kaarten en aanwijsstok over het gebied en het gangenstelsel dat wel tot vier verdiepingen diep gaat en voorzien is van keukens, klinieken, toiletten, ruimtes voor bijeenkomsten e.d., gaan we op weg in dit oorlogsmuseum in de natuur zoals ik dat eerder deed in 2007.

 

Rob volgt het voorbeeld van een Vietnamees die ons laat zien hoe in een camouflageschuilkelder af te zakken na het weghalen van een klein, onder het gebladerte aanwezig, luikje in de grond. Daarna is het tijd voor een eigen ervaring om ondergronds te gaan. De voor het publiek opengestelde gangen zijn vergroot, anders lukt het niet voor ons westerlingen om al bukkend erdoor te kunnen. Voor bezoekers zonder claustrofobische angsten is het mogelijk om tot het eind door te gaan maar dan in de tijgersluipgang.

 

We zien hoe vindingrijk de Viet Cong hier opereerde. Niet alleen in de vorm van de vreselijke boobytraps die men bedacht en in het gebied aanlegde maar ook in de zin van ingenieuze zaken als het aanbrengen van ventilatiesystemen met aan de grond een opening in de vorm van een gat in een termietenheuvel wat natuurgetrouw goed van pas kwam. Maar ze waren ook ingenieus in het afvoeren van de stoom van de keuken. Dat ging trapsgewijs via meerdere ruimtes waardoor de uitstoot van de damp niet boven de bomen uit zichtbaar was. Nog een voorbeeld: De Amerikanen gebruikten speciaal getrainde honden om de vijand in de tunnels op te sporen. De Viet Cong probeerden met succes de honden met peper bij de ingangen en luchtgaten op een dwaalspoor te brengen. De tunnels van Cu Chi zijn een levend bewijs van de vindingrijkheid en volharding die de Vietnamezen hielpen om uiteindelijk de oorlog te winnen.

 

Om kwart over 10 rijden we nog 70 km verder naar het westen naar Tay Ninh. Hier bevindt zich de heilige stoel van de Cao Dai sekte. Het Cao Dai geloof dat in 1926 is gesticht door Ngo Minh Chieu, is een mengeling van boeddhisme, taoïsme, confucianisme en het christendom met elementen uit de islam, het animisme en de voorouderverering. De volgelingen geloven in één godheid en belijden hun geloof met meditatie en vegetarisme. Er zijn naar schatting 2,5 miljoen aanhangers van de Cao Dai sekte in Vietnam. We zijn op tijd voor de dagelijkse ceremonie die om 12 uur begint. Tot die tijd kunnen we langs het zijpad van deze surrealistische kerk (wellicht past tempel hier beter) lopen. Boven de ingang en in de kerk is een groot oog te zien, het symbool van de religie. Het interieur doet met een blauw gewelfd plafond vol sterren en met zuilen waarom heen draken kronkelen, sprookjesachtig aan. Even voor 12 uur gaan we één verdieping hoger en volgen we op de galerij de middagdienst. Gehuld in gele, blauwe een witte gewaden zitten de gelovigen zeer geordend (zeg maar in slagorde) bijeen en zingen ze hun belijdenis. Na 15 minuten houden we het voor gezien (het blijft hetzelfde) en verlaten we de kerk.

 

We lunchen in de omgeving van Tay Ninh. Het is een adres waar veel groepen worden ontvangen.

Rond de klok van half 2 rijden we terug naar Saigon waar we om even na 4 uur in het hotel arriveren. Met ons groepje en met Rob gaan we naar de Cho Ben Thanh markt aan het eind van onze straat (Nguyen An Ninh str.) en lopen en kijken er wat rond. Deze markt heeft een oppervlakte van 11.000 m2.

 

We rusten wat uit. Om kwart over 7 worden we in de hal van het hotel verwacht voor een tocht in de haven. Met de bus worden we afgezet bij de pier en gaan we aan boord van de “Indo China Yunk”. Al snel na onze aankomst varen we, gezeten op de bovenverdieping, weg. Tijdens onze vaart worden we getrakteerd op dansen van twee Vietnamese sweethearts. Gracieus en charmant!. Hun optreden wordt extra luister bijgezet door met 2 kleine kelkjes van aardewerk een klingelend geluid te produceren. Of wij dat na willen doen, is de vraag. Met redelijk wat enthousiasme geven de aanwezigen zich hieraan over. Voor ca. 4 euro worden een CD plus kelkjes aan de man of vrouw gebracht. Een souvenir voor thuis.

 

Bij aankomst in het hotel is het voor niet iedereen bedtijd. Vincent verzamelt een groepje om zich heen die nog wil genieten van de zwoele avondlucht. We strijken neer op het terras van het collega hotel, hotel hoang hai long 1 niet ver van ons gelijknamige hotel maar dan met een 2 erachter. We drinken hier onze slaapmutsjes in de vorm van een cocktail.

 

Donderdag 8 november – naar Mui Ne en de zandduinen

Vandaag nog een keer vroeg op. Om 7 uur vertrekken we en verlaten we Ho Chi Minh city. Het kost even wat tijd om de stad te verlaten. Onderweg krijgt Phuong een telefoontje van het hotel. 2 koffers van ons staan nog in het hotel. Het zijn de koffers van Monica en Willy. We concluderen dat een medewerker verzuimde om de koffers naar beneden te brengen. Hoe dan ook, ze zullen vandaag nog worden overgebracht naar Mui Ne, onze reisbestemming.

 

Onderweg houden we een stop voor koffie en thee en uiteraard voor het gebruikmaken van de restroom. Tegen de klok van 12 uur stoppen we bij een plantage waar dragon fruit wordt geteeld, een vitaminerijke vrucht van een cactusplant. De schil is roze en heeft groene uitsteeksels. Het witte vruchtvlees heeft duizenden witte zaadjes en kan worden gegeten. De smaak en de structuur kan je vergelijken met die van een kiwi, maar de pitaja is een stuk groter, vaak wel zo groot als een struisvogelei! Het aantal oogsten per jaar is ongeveer 7.

 

We bereiken vroeg in de middag Pan Thiet, een vissersplaats. Van hier tot aan Mui Ne liggen langs de kust veel toeristenresorts. We lunchen in restaurant Dâu Tây in Mui Ne. En hier wordt veel vis gegeten. We krijgen oesters maar ook inktvis. Bijzonder smakelijk.

 

Om kwart over 2 stappen we weer in de bus. We rijden naar de witte en rode zandduinen gelegen bij Mui Ne. Eerst naar de witte duinen, de Sahara van Vietnam. Hoe mooi deze sierlijk gevormde duinen zijn, kan ik me nog goed herinneren van de reis 4 jaar geleden. Na het passeren van een enorm duinplas met veel lotusbloemen, lopen we een eind omhoog over het fijne witte zand. Gé maakt het zich gemakkelijk. Met een quad scheurt hij hier in de rondte.

 

We rijden terug naar de rode duinen waarvan de rode gloed goed is te zien in de ondergaande zon. Het loopt al tegen 5 uur en dan is het beeld van deze duinen het mooist. In een cafeetje aan de overkant van de weg drinken we nog wat al dan niet liggend in een hangmat. Via de kustroute met een prachtig zicht op de zee met veel vissersboten in de ondergaande zon, komen we bij ons verwen-resort in Mui Ne: Blue Ocean Resort 2. We zullen hier 2 nachten verblijven. Pascal en ik bezetten vol tevredenheid huisje nr. 512. Wat is het hier mooi en wat boffen we het met het weer. Het avondeten gebruiken we weer in het restaurantje van vanmiddag. Men is blij om ons weer te kunnen begroeten. Het eten smaakt er zo goed dat op het voorstel van Vincent om morgenavond hier weer naar toe te gaan, unaniem ja wordt geroepen. Voor een cocktail gaan we de straat op. Op korte afstand ontdekken we langs de weg een terras waar we met z’n allen plaatsnemen en een drankje wegwerken.

 

Vrijdag 9 november – vrije dag in Mui Ne

Volop zon, dik 30 graden, strand, zwembad, ligstoel bij de hand en een vrije dag. Wat willen we nog meer. Ontbijten (royaal ontbijt!) doen we aan de strandzijde van het resort met uitzicht op de zee. Zo zou ik elke ochtend wel willen ontbijten. Pascal en ik oriënteren ons op een ligstoel onder een rieten parasol. Wat fijn, de blauwe handdoeken liggen al klaar. Dat feest ging niet door. Een Rus maakte duidelijk dat het zijn handdoek was, dus wegwezen. Kortom, een hele groep Russen had ”gereserveerd” (woord van troost: Ook Nederlanders kunnen er wat van). De ligstoel bij het zwembad is wel zo gezellig want hier zitten we in clubverband bijeen. Tijd om liggend in de schaduw wat mailtjes te beantwoorden met de i-pad. Ook hier wifi in onze kamer en buiten bij de bar annex restaurant en het zwembad. Tussen de middag lunchen we aan zee, in het restaurant waar we ook ontbeten. De spaghetti carbonara smaakt goed. Ook al zitten we meer in de schaduw dan in de zon, onze huid begint wat rood te kleuren en we besluiten om een uur of 4 onze huisjes op te zoeken. insmeren met after sun en opfrissen. Om half 6 lopen we het park af om wat te gaan winkelen. Aan de overkant verkopen ze shirts, heel veel shirts en heel veel keuze en maten. We kopen 3 polo’s voor 650.000 dong. Dat is per stuk nog geen 8 euro.

 

Om 7 uur staan we klaar om voor de derde keer te gaan eten in restaurant Dâu Tây. Zoals zo vaak bestaat de Vietnamese schotel uit loempiaatjes, vissoep, salade, vleesspiesjes, rijst of ook wel patat en fruit toe. De gangen worden vrij snel afgewerkt en met de bus aangekomen bij het hotel lopen we verder naar het terras van de dag ervoor. Deze keer is mijn cocktail, de “lady killer”. Om 10 uur breken we op en lopen we naar ons resort.

 

Zaterdag 10 november – naar Nha Trang

Vroeg op; om half 6 want we hebben een lange rit voor de boeg. De eindbestemming ligt ongeveer 250 km verderop: Nha-Trang. Opnieuw genieten we van een ontbijt met zonnig zicht op zee. Vandaag is Vincent jarig. Op een gegeven moment zien we hem aan komen lopen. Hij wordt begroet met een “lang zal hij leven”. Ook in de door Phuong versierde bus zingen we hem nog een keer luid toe. Om half 8 zetten we koers naar Nha-Trang. In Mui Ne stoppen we nog even om de picknick lunch in te laden.

 

Niet lang daarna stoppen we bij een groot veld waar cassavewortels liggen te drogen. De wortel wordt na het drogen fijn gemaakt. Cassave is goedkoper dan rijst en wordt dan ook door de minder bedeelden gegeten. Een tweede plattelandsstop maken we bij het passeren van een volgeladen kar met stro getrokken door 2 ossen. Leuk voor een kiekje. Een noodgedwongen stop wordt veroorzaakt door de politie. Onze chauffeur zou bij een snelheidsbeperking zijn snelheid niet op tijd hebben aangepast. Dat wordt door de dienders niet door de vingers gezien en een zakcentje voor de lunch pikken ze graag mee. We compenseren dit gedoe door per persoon anderhalve euro bij te dragen voor “schadeherstel”.

 

Voor koffie en thee stoppen we precies op “blookertijd” (half 11 dus) in een aan zee gelegen gelegenheid waar ik eerder was tijdens de Fox reis. We zijn in Cà Ná. Om 11 uur rijden we weer maar een kwartier later, een enorme klap. Het blijkt dat één van de luchtveringskussens van de bus het heeft begeven. We sukkelen wat door maar dan stoppen we. We hebben een reserve kussen aan boord en Vu gaat aan de slag om het kapotte kussen te vervangen. Het kost hem nog geen half uur maar hij zit onder de smeer. De kapotte kussen ligt in de berm. Ik vereeuwig het ding door er een foto van te maken.

 

Onze culturele stop is een bezoek aan de Cham-ruïnes. Het koninkrijk Champa werd in de 2e eeuw in Centraal-Vietnam gesticht door zeevaarders. De enige overblijfselen zijn stenen tempels en torens die her en der in de kustgebieden en soms ook nog verder landinwaarts staan. Op een heuvel op 7 km van Phan Rang staan vier 13e-eeuwse Cham-torens die Po Klong Garai worden genoemd. Deze bakstenen torens zijn gebouwd tijdens het bewind van Cham-koning Jaya Simhavarman III ter ere van koning Po Klong Garai. De ingang van de grootste toren is versierd met een dansende zesarmige Shiva. Binnen zien we het beeld van een heilige stier. Boeren brachten hier offers, hopend op een goede oogst. Deze tempel staat voor een bezienswaardig Cham heiligdom en een klassiek voorbeeld van de klassieke tempelindeling.

 

Teruggekeerd van onze kleine bergtocht staat de picknick lunch klaar, verzorgd door Vincent, Phuong en Vu. Er is van alles ingeslagen: broodjes, tonijn, gekookte eieren, jam, pindakaas, tomaten, komkommers, smeerkaas en worstjes, bananen en yoghurt.

 

Om kwart over 2 vervolgen we onze rit. Onderweg passeren we de militaire begraafplaats van waar de USA militairen destijds werden overgebracht naar hun vaderland. De volgende stop is de Long Son pagode in Nha Trang, gelegen op een heuvel (Trai Thuy). Het uit 1886 daterende Boeddhistische klooster huisvest een belangrijke school voor monniken en nonnen. Aan de rechterkant van het hoofdgebouw volgen we de trap (152 treden) omhoog naar de sokkel van het 19 meter hoge witbeschilderde betonnen boeddha beeld. Het beeld is in 1963 opgericht ter nagedachtenis aan het boeddhistische protest tegen het sterk repressieve regime van Ngo Dinh Diem. Op de sokkel zien we door vlammen omringde portretten van monniken en nonnen die zich rond 1960 in brand hebben gestoken uit protest tegen de boeddhistenvervolging. Na nog de reusachtige liggende boeddha te hebben bewonderd, lopen we terug naar de bus.

 

Even over de klok van 5 uur zijn we in ons hotel in Nha Trang, het Asia Paradise (3 sterren) hotel waar ik eerder verbleef. Snel na het bezetten van de kamer ben ik weer beneden in de lobby. Ik steek met Phuong de straat over naar een supermarkt voor een cadeau voor de jarige Vincent. Ze kent zijn lievelingswijn (rood, 16%) waarvan we er 5 inslaan en met 2 bussen pringles hebben we de ingezamelde centjes voor zijn verrassing opgemaakt.

 

Om 19.00 uur aan tafel in het hotel. Voordat we de maaltijd beginnen, overhandig ik namens de groep een volle doos wijn met zoutjes. Vincent bedankt de groep en voegt hier een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje aan toe. Na afloop van de maaltijd verplaatsen we ons naar een eetgelegenheid waar we met een drankje onze magen verder vullen met Vietnamese BBQ hapjes. Na de verjaardagspartij keren we terug naar het hotel maar niet iedereen voelt zich geroepen om plat te gaan. We wandelen naar de boulevard voor een slaapmutsje in een van de vele horecagelegenheden vlak bij het strand. Het wordt een cocktail. Het is inmiddels gaan regenen, motregen maar het hotel is gelukkig dichtbij.

 

Zondag 11 november – ter zee en ter land in Nha Trang

We kunnen vandaag uitslapen. Om half 9 staan we met tasjes met zwemspullen klaar voor vertrek. De bus brengt ons naar de haven van Nha Trang waar we inschepen in een voor ons gezelschap gereserveerde boot. De eerste stop is een sprookjesachtig, eng aandoend cementen galjoenschip op het Tri Nguyen eiland. In dat schip is een zeeaquarium gevestigd. In omvang stelt het niet zoveel voor maar wat we zien aan vissen en zeeschildpadden is prachtig.

 

Na dit schouwspel varen we langs eilandjes en passeren we drijvende platforms waarop huisjes van vissers en complete viskwekerijen staan. Even verderop gaan we voor een eiland voor anker om te zwemmen en/of te snorkelen met of zonder zwemvest aan. Als we uitgezwommen en uitgesparteld zijn, wordt midscheeps een uitgebreide lunch klaar gezet. Mmmmm. ..smaakt goed.

 

Rond 1 uur in de middag zijn we terug in de haven. De bus staat klaar en brengt ons naar het hotel waar we na een tussenstop in de kamer naar de 12e verdieping gaan. Daar boven ligt op het dak een klein zwembad. In de volle zon, zonder veel schaduw, is het uitkijken geblazen en na dik een half uur houd ik het voor gezien.

 

Om half 4 staan we klaar om bij de door Vincent aangeprezen “Italiaan” aan de overkant een ijscoupe weg te werken (Romy’s, Biêt Thu straat). Het wordt een flinke mokka coupe voor de prijs van 99.000 dong. Klinkt duur maar dat is ongeveer € 3,50. We wandelen een blokje om, langs veel winkels en horecazaken. Het wordt tegen vijven en het is inmiddels donker geworden. Na een Chardonnay met Willy aan de hotelbar wachten we op de gisteren afgegeven was (per kg. betaal je ongeveer € 1,20).

 

Om kwart over 7 staan we allemaal aangetreden in de lounge voor een korte wandeling naar restaurant Trúc Link (18, Biêt Thu str.). Smaakvol en een quick service want om 21.00 uur staan we weer buiten en wordt door een aantal van ons besloten om opnieuw bij Romy’s een ijsje te gaan eten of daar op de koffie of thee te gaan. Onder bliksem en donder buiten (onze eerste hoosbui) drink ik tevreden een cappuccino spezial (met cognac!).

 

Maandag 12 november – het berggebied in, naar Buon Ma Thuot

Vroeg op. Vandaag is Monica jarig. Hiep Hiep Hoera!!! Ons reisdoel vandaag is Buon Ma Thuot. We starten met een nieuwe chauffeur en met slingers in de bus ter ere van de verjaardag van Monica. Ze wordt toegezongen en ontvangt telefoontjes van het thuisfront. Wegens familie- omstandigheden is Dat naar Saigon terug. We begroeten nu Linh. Met onze bus maakt hij bij het uitrijden van Nha Trang een eerste stop bij een visafslag langs de kustweg. Hier wordt de zojuist gevangen vis voor de handel aan de man gebracht. Niet dat wij vis gaan kopen maar wel om de sfeer, de plaatjes en de folklore vast te leggen. Met name de nog piepjonge jeugd doet het goed op de foto.

 

Even verderop bezoeken we een steenfabriekje. De stenen van een licht soort die men hier handmatig bakt staan rijen dik opgestapeld. We lopen hier en daar door de modder zodat we het bakproces van dichtbij kunnen zien. Het gaat er primitief aan toe. Vu kijkt minder blij wanneer we de bus met modderige schoenen binnen gaan.

 

We gaan de kust verlaten en rijden het berggebied in. 3 dagen lang zullen we ver van zee en boven zeeniveau reizen en verblijven. Onderweg zien we de gevolgen van de chemicaliën (ontbladeringsmiddel Agent Orange) die tijdens de Vietnamoorlog werden uitgestrooid. De regering heeft in 1998 een herbebossingsprogramma gelanceerd maar in de centrale hooglanden en in het noorden worden nog altijd bossen bedreigd door de traditionele brandcultuur die door de stammen in die gebieden worden “beoefend”.

 

Om half 11 een koffiestop in Eanop, bij Timina coffee shop, een vrij primitieve horeca-gelegenheid langs de weg. De hele familie is voor ons in touw. Omgerekend drinken we hier voor 30 eurocent een bekerje Lipton thee. Daarna bezoeken we een koffieplantage. Op deze hoogte beneden de 1000 meter zien we Robusta koffiebonen (op hoger dan 1000 m. groeit de Arabica plant en dat is bijvoorbeeld in de omgeving van Dalat). Phuong en Vincent leggen ons een en ander uit over de kleurverandering en de oogst van de koffieboon.

 

Om half 2 bereiken we het Lac meer. Het weer knapt op. In Buon Jun, een dorpje aan het meer, gebruiken we opnieuw een picknick lunch. Na de lunch kan (optioneel) een rit op een olifant worden gemaakt. Er staan 3 olifanten te wachten maar dat is te weinig voor de 15 reisdeelnemers die een rit van een uur willen maken. We wandelen wat rond, zien veel honden, zwijntjes, kippen in dit dorpje en om even na half 4 is het dan zo ver: alle olifanten staan paraat. Twee aan twee stappen we op (Leo in zijn eentje) en gaan we door het meer. Dat gaat allemaal wat minder schokkerig dan tijdens het tweede deel van de rit over land. Ik deed zo’n rit eerder maar het is en blijft altijd weer een leuke ervaring.

We rijden snel verder naar de “koffiestad”, Buon Ma Thout, naar hotel Damsan (3 sterren) waar we in het donker om kwart over 6 arriveren. Ook hier weer alles prima verzorgd. We eten in het restaurant dat onder het hotel ligt en via een trap aan de buitenkant wordt bereikt. Een groot restaurant maar niet ongezellig en we hebben wat extra’s vanavond. De verjaardagstaart ter ere van de nieuwe leeftijd van Monica. Na afloop om ca. 10 uur hebben we geen zin om nog te gaan stappen. Er is hier niet zo veel te doen. We zijn moe en zoeken onze kamer op.

 

Dinsdag 13 november – Pleiku – de Garai – Sao Mai weeshuis

Vandaag opnieuw vroeg op. Om half 8 vertrekken we door de centrale hooglanden naar onze eindbestemming Pleiku. Er staan vandaag weer diverse stops op het programma. Na een paar uur stoppen we bij een peperplantage. De pepers groeien aan een klimplant op een korte essenhouten steel. Na het drogen is de peperkorrel zwart van kleur. Na het verwijderen van de schil kleuren de pepers wit. Ook hier weer een hoofdstukje biologie.

 

In Chu Se is het de hoogste tijd voor koffie, thee of een frisje. Dit vocht wordt ons gebracht in een restaurantje langs de weg. Kort daarna rijden we door een gebied met talloze rubberbomen, kilometers lang. Ook daar krijgen we van Vincent een lesje, nu dus over het winnen van rubber.

We lunchen vandaag in ons hotel Hoang Anh Gia Lai (4 sterren, 127 kamers) in Pleiku. We zijn er om 1 uur in de middag. Onze koffers worden alvast uitgeladen. Dit hotel heeft een immens grote hal waarin dikke pilaren de blikvangers vormen. In het royaal ingerichte restaurant wordt ons weer een heerlijke maaltijd voorgezet.

 

Een uur later stappen we weer in de bus op weg naar een 35 km verderop wonende stam (Vietnam telt nog 54 etnische stammen). Onder leiding van een ‘extra lokale ‘gids gaan we door het gebied van Plei Phung. Hier zijn nog veel traditionele gebruiken te zien. Het is het gebied waar de Garai groepering leeft. Hier worden de mannen als huwelijkspartner gekozen door de vrouw en als man kan je dat niet weigeren. Na het huwelijk (waarbij de man een bruidschat inbrengt) woont de man bij zijn schoonfamilie samen met zijn vrouw. Komt er een kind en is de naam voor hem of haar gekozen, dan gaan ze apart leven en wonen. Overlijdt de vrouw, dan gaat de bruidschat terug naar de familie van de man. Overlijdt de man, dan is het gebruik dat de vrouw daarna trouwt met de jongere broer van de overledene. De bruidschat blijft dan gewoon bij de vrouw. De kruik is een cadeau, een symbool, dat je je hele leven behoudt. Bij het overlijden worden de kruiken zonder bodem in het graf bijgeplaatst. Het zijn de gebruiken bij de Garai en min of meer ook bij de andere stammen. We lopen naar de begraafplaats. De begraafplaats met de collectieve familiegraven en originele houten grafbeelden zijn heel bijzonder; ze verdwijnen steeds meer.

 

Tegen de klok van 4 uur rijden we terug naar Pleiku. We rijden naar het RK weeshuis Co Nhi Sao Mai. Het is een van de projecten die door Het Schone Streven in Azië worden gesteund. Zo betaalt deze Stichting het groot onderhoud van Sao Mai. We hebben eerder ook wat geld ingezameld en Vincent heeft navraag gedaan waaraan behoefte bestaat. Voor ongeveer € 115,- zijn rijst en nuddles ingekocht voor de 48 kinderen die hier wonen en afkomstig zijn van de stammen in de omgeving. Hier komen verder weinig bezoekers en de kinderen zijn blij ons te ontmoeten. Gé heeft nog veel ballonnen om uit te delen. We zien “onze groepsgift” keurig uitge- stald staan en de nonnen bedanken ons mede namens de kinderen. We krijgen een rondleiding door het weeshuis en zien onder meer de keuken, slaapvertrekken en het opleidingslokaal.

 

We rijden naar het hotel en gaan aan het diner. Na afloop neemt een deel van de groep nog een afzakkertje op het vrij ongezellige dakterras van het hotel. We kunnen morgen uitslapen want onze vertrektijd is om half 9.

 

Woensdag 14 november – naar een Bohnar groepering – Quy Nhon

We verlaten de centrale hooglanden vandaag en gaan op weg naar Quy Nhon. Onderweg bezoeken we het gebied van de K’Tu. Dit is het gebied waar een Bohnar groepering leeft. Onder leiding van de ”extra” lokale gids maken we een bijzondere wandeling door een dorpje waar nog veel traditionele gebruiken te zien zijn. We bezoeken ook een nha rong (gemeenschapshuis) dat symbool staat voor de kracht van de gemeenschap. Elke stam heeft zijn eigen stijl maar het basisontwerp is gelijk. Bij de bouw wordt geen enkele spijker gebruikt. Het enige bevestigings- middel is rotan. Het hele huis wordt met de hand gebouwd waarbij alleen eenvoudige gereed- schappen als bijlen, messen en haken worden gebruikt. In het huis vinden vergaderingen, feesten en trouwerijen plaats. De vrijgezelle jongens uit het dorp slapen vaak in deze nha rong.

Ook hier de graven en de bijzondere begrafenisrituelen. Op de bordjes bij het graf wordt de geboortedatum en overlijdensdatum aangegeven plus de “verlatingsdatum”, de datum waarop na het opbrengen van de offers, de ziel het graf heeft verlaten.

 

Voor het tweede deel van de wandeling kan worden gekozen tussen twee routes, de langere met wat klimmetjes en de kortere over een vlakker gebied. Ik kies in verband met een wat onwillig been voor de korte route en in klein clubverband (Willy, Ali, Klaas, Monica en Vincent) komen we terug bij het beginpunt waar de picknick lunch is klaar gezet. De anderen komen drie kwartier later en de lunch kan beginnen onder het uitwisselen van de ervaringen tijdens de wandeling.

 

We rijden nog een eindje in het hooggebergte. Om 2 uur stoppen we, even na An Khê, bij een winkeltje vlak voor de afdaling. Hier krijgen we een gratis “bakkie” in de bus zelf gebrouwen koffie, thee of cappuccino. Vrachtwagens, volgeladen met suikerriet, stoppen hier en hun berijders pakken de tuinslang die hier ligt om de remmen vóór het afdalen via de pas, te koelen. Het is nog 67 km naar Quy Nohn (aan de kust). We passeren onderweg een familie die langs de weg doende is met een machine rijst te dorsen. Ook maken we een stop bij de scheepswerf vlak voor Quy Nhon. Er zijn 3 schepen in aanbouw en het is aardig om te zien met welke ambachtelijke inzet en materialen hier hard word gewerkt. Men werkt met meranti en teakhout en met houten pluggen. De bouwtijd bedraagt ongeveer 3 maanden en een gemiddeld vissersschip komt op ca. $ 150.000, aldus Vincent.

 

Nog voordat het donker wordt, is onze eindbestemming bereikt: het 4-sterren Seagull hotel (Quy Nhon), gelegen aan het strand met vanuit alle kamers zich op zee. Het is een spa hotel met luxe faciliteiten en het ziet er ook hier weer prima uit. Vóór het eten nemen Willy, Monica, Pascal en ik een welverdiende (vinden we zelf) cocktail aan de gezellige bar. Het is erg rustig in dit hotel. Buiten is het flink gaan regenen. Hoe zou het morgen zijn? We maken het niet te laat want het belooft morgen een lange reisdag te worden. Om 7 uur in de bus !

 

Donderdag 15 november – My Lai en aankomst in Hoi An

Vandaag gaan we langs de kust verder noordwaarts. Het wordt met een reisafstand van ruim 300 km, een lange reisdag en daarom vertrekken we om even over 7 uur. Het regent. Om half 10 klaart het op maar het is maar voor even. Om 10 uur staat de bus stil vlak voor de ingang van een horecabedrijf in Sa Huynh. Het lijkt op een bijna aanrijding tussen bus en gebouw. Zo is nat worden bij het uitstappen bijna onmogelijk.

Onderweg vertoont Vincent een video van het KRO programma Reporter uit 1993, gepresenteerd door Fons van der Poel. Het is een terugblik op het gebeuren in My Lai, 25 jaar na dato. We zien beelden van wat zich in deze plaats afspeelde, een plek die we straks zullen bezoeken. Wat is hier gebeurd?

 

Op 16 maart 1968 beging de Amerikaanse luitenant William Calley met zijn manschappen een van de grootste gruweldaden in de Vietnamoorlog. Om 7 uur ’s morgens vielen de soldaten de gehuchtjes My Lai en My Khe in de gemeente Son My binnen, waarbij ze ca. 500 dorpelingen vermoordden, de helft kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. De Amerikaanse geheime dienst had het idee dat Son My een bolwerk van de Viet Cong was, maar tijdens het bloedbad werd geen enkel schot op de Amerikaanse soldaten gelost. Aangenomen wordt dat de moordpartij werd ingegeven door wraak want het Noord-Vietnamese leger had tijdens het Tet-offensief in de voorafgaande maand de Amerikanen zware verliezen toegebracht. In een paar uur tijd werden niet alleen de inwoners vermoord maar ook alle huizen in brand gestoken, het vee gedood, het water in de putten vergiftigd en vrouwen en kinderen verkracht. Het Amerikaanse leger probeerde het bloedbad in de doofpot te stoppen maar de waarheid kwam aan het licht dankzij journalist Seymore Hersh van het tijdschrift Newsweek, daarbij geholpen door voormalig soldaat Ronald Ridenhour en fotograaf Ron Haeberle. Van de 25 manschappen die in staat van beschuldiging werden gesteld, werd alleen Calley veroordeeld. Zijn straf was een lachertje: Calley zat slechts 3 dagen van zijn levenslange straf uit alvorens dat door president Nixon in huisarrest werd omgezet en vervolgens werd hij voorwaardelijk vrijgelaten. In 1998 kregen 3 veteranen een onderscheiding omdat ze tijdens de slachting een aantal dorpelingen in bescherming hadden genomen.

 

In de aangrijpende reportage die we bekeken komt de Amerikaanse helikopterpiloot Hugh Thompson aan het woord. Hij zag wat gaande was en wist onschuldige kinderen en vrouwen uit dit brute geweld weg te halen. Hij was een van de 3 veteranen die zijn onderscheiden.

Rond 12 uur bezoeken we het museum van Son My dat helemaal gewijd is aan de gruwelijkheden die in My Lai en omgeving plaatsvonden. We zien de foto’s van de “hoofdrolspelers” en een indrukwekkende maquette van wat zich af heeft gespeeld. In de hal lezen we de namen van degenen die deze vreselijke gebeurtenis niet hebben overleefd. Nadat we zijn uitgekeken, dalen we de trap af naar buiten waar het inmiddels hard is gaan regenen. Na het onder de paraplu fotograferen van het herdenkingsbeeld, snel de bus in. We verplaatsen ons naar hotel- restaurant My Tra, een riverside hotel in de plaats Quang Ngai. Na ook hier weer een heerlijke lunch, rijden we naar ons 4 sterren resort in Hoi An, het Vinh Hung resort aan de Ngo Quyen 11. Even na 5 uur arriveren

we daar. Bij de receptie hangt een spandoek. Je hebt zeker geen bril nodig om te lezen “WELCOME STICHTING HET SCHONE STREVEN GROUP”. Dat voelt goed.

 

We betrekken onze kamers die in diverse gebouwen rond het grote zwembad zijn gesitueerd. We worden hier verwend, alleen niet door het weer.

Om 7 uur staan we klaar voor de avondmaaltijd. We rijden met de bus naar restaurant Ngog Tuyet (Tran Hung Dao Str.). Hier krijgen we wonton (nooit eerder gegeten) en rijstkoekjes met vulling. Na afloop lopen we naar het populaire café-restaurant Cargo, “the best in town” voor wat betreft ijssorbets en gebak. Ik start met een banana split en room dat af met een cocktail. Voor de prijs hoef je dat niet te laten.

 

Vrijdag 16 november – Fietstocht in Hoi An – het oude centrum - wateroverlast

Vanochtend staat een fietstocht op het programma. Het is mooi weer en dat hebben we nodig als fietsers. Om 8 uur nemen we de fiets voor de receptie in ontvangst. We fietsen de stad uit en rijden over fietspaden en over plattelandswegen. We passeren rijstvelden en huizen met akkers waarop het een en ander wordt verbouwd. We stoppen bij zo’n akker en worden opgeleid in het besproeien. Aan de uiteinden van een juk - die je op je schouder neemt - hangen twee grote tuinsproeiers met water. Het is een kunst om ze al lopend schuin te houden en in een vloeiende beweging de plantjes te besproeien. Dit was oefening één. Verderop is er voor liefhebbers nog een andere attractie, het rijden op de rug van een buffel. Het fietsen wordt hier wat lastiger want niet overal is het regenwater van de vorige nacht verdwenen. Een ieder komt zonder omvallen na een bijna 2 uur durende tocht aan bij een horecagelegenheid (Red Bridge) waar een boot voor ons klaar ligt. Na de inwendige mens te hebben opgepept met koffie, thee e.d. schepen we in en varen we naar ons resort dat ook aan deze rivier (Thu Bon river) ligt. Onderweg zien we vissers die met een grote zwaai hun netten uitgooien en weer binnenhalen. Ze laten ons met gepaste trots zien wat ze hebben gevangen. Om kwart over 11 staan we aan land. We zijn terug op ons resort.

 

Om 12 uur vertrekt de bus met ons erin naar het centrum van Hoi An, naar restaurant Gogo, dat gelet op de advertenties in de zaak ook in reizen en excursies doet. Na afloop starten we met de stadswandeling door het oude centrum van Hoi An dat op de Unesco erfgoedlijst staat. Het staat vol met tempels, handelshuizen en musea; dat alles op een betrekkelijk klein oppervlak. Met een soort knipkaart bezoeken we 5 objecten. We beginnen bij een klein museum, het historisch museum van de stad waarna we verder wandelen naar de Phuc Kién Assembly Hall. Het is een erg fraai gemeenschapshuis voor Chinezen. Daarna bezoeken we een Chinees koopmanshuis dat al 8 generaties lang in de familie is. We krijgen hier een kopje thee terwijl er uitleg wordt gegeven over de geschiedenis van de familie en het huis. Het huis is 60 meter lang en gelegen tussen twee dwarsstraten. In de keuken zijn 2 dochters een voedselspecialiteit “Witte Roos” aan het maken. Oma volgt het gebeuren. Ze is 95 jaar en nog best kras voor haar leeftijd.

 

We passeren nog een gebouw waarop het VOC teken op de deur is aangebracht. Vervolgens verplaatsen we ons naar een gebouw waar voorstellingen worden gegeven, zeg maar een theater. Hier worden wij en meer toeristen getrakteerd op een zang- en dansvoorstelling. Het is een wervelde show met veel expressie.

 

Het laatste onderdeel van de stadstoer is de Japanse boogbrug met aan de ene kant beelden van apen en aan de andere kant afbeeldingen van honden. Die symbolen staan voor de Chinese 15 jaartelling, namelijk het jaar dat met de bouw van de brug werd gestart en het jaar van oplevering.

 

Na afloop van de toer (het is inmiddels 4 uur) lopen we nog even de zaak binnen van de beste kleermaker in Hoi An (Yaly couture). Wil je kleding laten maken, dan moet je hier zijn. Zij passen en meten net zo lang totdat het “gegoten zit” en je tevreden naar huis gaat.

Niet ver van restaurant Cargo zien we Diana en Mariëlle lopen, 2 reisvriendinnen die met Fox van noord naar zuid reizen en niet mee konden met onze reis vanwege de lange reisduur. We wisselen informatie uit en spreken af dat ze morgenavond met ons de maaltijd gebruiken.

In ons resort is er tijd om te genieten van het grote zwembad en de poolbar. Om 7 uur staan we klaar voor het diner. We wandelen naar de oude stad, naar een zaak van de Australische keten Alfresco. Daar hebben we nu eens niet de Vietnamese pot maar een keuze uit westerse gerechten (3 voor-, 3 hoofd- en 3 nagerechten). Het wordt voor mij spare-ribs en een lekker ijsje toe. In dit restaurant kan je aan tafel tekenen op het witte papier waarmee de tafel is gedekt. Er liggen potloodjes klaar en we maken daar dankbaar gebruik van. Na elkaars kunst- werken bekeken te hebben, lopen we naar Cargo voor koffie, gebak, nog een ijsje of een cocktail. Mariëlle en Dana komen de gelederen versterken tot rond de klok van 11.00 uur. Tijdens ons samenzijn heeft het buiten gehoosd en het resultaat laat zich beleven. Eenmaal de An Hoi brug over moeten we pootje baden om thuis te komen. Het water komt tot boven de enkels. Het is iets dat hier regelmatig voorkomt, een samenloop van veel regen en de waterstand (vloed komend van zee). Met natte schoenen bereiken we ons resort waar ook sprake is van enig wateroverlast. En die schoenen, ja die moeten drogen.

 

Zaterdag 17 november – My Son en Cham monument – zwemmen in de regen

Het is weer droog maar bewolkt. Om kwart over 7 vertrekken we naar My Son, gelegen op ongeveer 50 km ten oosten van Hoi An. Hier bevinden zich de belangrijkste Cham monumenten van Vietnam. In 1999 is My Son op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst.

Om half 9 zijn we in My Son. Het is er nog rustig. De vervallen ruïnes en de groene jungle maken dit tot een van de meest sfeervolle locaties in het land. Nadat koning Bhadravarman I My Son in de 4e eeuw als religieus centrum had uitgekozen, werden hier veel tempels en torens (kalan) gebouwd. De meeste waren gewijd aan koningen en Brahmaanse goden, m.n. aan Shiva, die werd beschouwd als de stichter en de verdediger van het koninkrijk Champa.

 

Volgens overleveringen zijn de Cham-torens op ingenieuze wijze gebouwd van gedroogde bak- stenen die met hars van de cau day (plantaardig hars) werden opgemetseld. Zodra zo’n toren was voltooid, werd er omheen een aantal vuren aangelegd die enkele dagen lang brandend werden gehouden. Door de intense hitte werden de stenen gebakken en kitte de hars ze letterlijk muurvast aan elkaar waardoor ze de tand des tijds doorstonden, maar jammer genoeg niet de Vietnamoorlog. In 1969 voerden Amerikaanse B 52’s een bombardement uit op de tempels waar de Viet Cong een basis had ingericht. Veel van de oude gebouwen raakten zwaar beschadigd of werden zelfs compleet verwoest.

Vincent legt voorafgaande aan de rondgang door het complex aan de hand van een kaart een en ander uit. Er zijn 11 groepen tempels in My Son, maar mogelijk zijn er nog meer ruïnes, die nog niet zijn ontdekt. De groepen H,G en L zijn verboden terrein. De tempelgroepen B, C en D zijn het best bewaard gebleven. In de D groep zijn er 2 mandapa (meditatieruimten); dat zijn kleine galeries waarin een bescheiden verzameling sculpturen is ondergebracht maar de beste stukken staan in andere musea. Overal in de tempels zien we stenen symbolen in de gedaante van de mannelijke fallus en de vrouwelijke, tuitachtige yoni. Tussen deze oude bouwsels liepen ooit monniken rond die allerlei bezweringen prevelden.

Voordat we gaan rondlopen genieten we nog van een 20 minuten durende voorstelling van originele Chamdansen.

 

Om even na elf uur na de rondgang verlaten we het Cham monument op weg naar de lunch die we gebruiken in Dien Nam in een schip van beton (Ba Loc floatup restaurant). De bediening is in stijl van het zeemans- leven (matrozen bedienen!) en het eten smaakt erg goed.

Om 2 uur zijn we terug op ons resort. We hebben vrij maar het regent en het houdt niet op. Dit weerhoudt ons er niet van om het zwembad in te gaan. Een van ons komt op het lumineuze idee om een regenponcho aan te trekken. Tot groot vermaak van de poolbar medewerkers gaan we gehuld in het plastic door het water. Dat was nog niet eerder vertoond. Maar ook aan deze lol komt een eind. We frissen ons op en met Leo, Ceesjan, Pascal en later ook Saskia breng ik de namiddag door in een overdekt gedeelte van de hotelbar. Het regent nog steeds.

Vanavond eten we in de stad in restaurant Pho Hoi in Hoi An. Ceesjan gaat Mariëlle en Dana ophalen van het hotel waar ze verblijven. Ze voegen zich bij de groep en eten gezellig met ons mee. Na afloop gaan we terug naar het resort en daar wordt de dag nog eens doorgenomen aan de bar van het resort onder het genot van een glaasje (een bloody Mary). 

 

Zondag 18 november – naar Hue – bezoek aan de Keizerlijke stad

Vandaag vertrekken we vrij vroeg (7 uur) naar Hue, de keizerlijke stad. Het weer is onzeker. Het is heiig. Vincent besluit om de beklimming van de Thuy Son heuvel bij Da Nang te schrappen want van het geweldige uitzicht op de zee en het omliggende landschap zullen we niet veel zien.

Al vrij snel stoppen we bij een marmerverwerkingsbedrijf, Marble Mountains. Het is niet alleen een fabriek maar ook een winkel. In de grote toonzalen en ook buiten staan erg mooie beelden en werkstukken. Er staan veel leeuwen, draken en boeddha’s. Bij onze binnenkomst zijn we getuige van een inzegeningsritueel. Voor een pagode in de omgeving is een Boeddhabeeld besteld en vandaag wordt die geleverd en vervoerd. Volgelingen van deze pagode zijn overgekomen en zingen de naam die aan het beeld is gegeven en dat woord wordt steeds maar weer herhaald terwijl werklieden het enorm hoge beeld van de grond takelen om het vervolgens in liggende houding op autobanden te laten neerzakken op de laadvloer van een vrachtwagen. Dat gaat niet helemaal goed. Het beeld loopt aan de onderkant wat schade op.

 

Op zich zou je dit marmerverwerkingsbedrijf een museum kunnen noemen maar een echt museum is de volgende stop. We zijn dan in Da Nang, een stad met 800.000 inwoners die op weg is te groeien naar 1.500.000 inwoners. Deze stad is welvarend en kent nagenoeg geen corruptie. De olieindustrie, de haven en het toerisme leveren veel werkgelegenheid op. We bezoeken kort het Cham museum Bao Tang met onder meer overblijfselen van het Cham complex in My Son. Na de decoratieve kunstwerken te hebben aanschouwd, is het tijd voor koffie. We stoppen bij Highlands waar de koffie erg goed (en westers) smaakt. Het is nogal druk in de zaak en we zitten verspreid over twee verdiepingen. Zo’n groep dan nog eens bedienen, valt niet mee en we moeten dan ook lang wachten voor we kunnen afrekenen.

 

Buiten is het weer gaan regenen. We mijden de pas want de beklimming van de Thuy Son heuvel doen we niet en rijden daarom een kortere route door een 6 km lange tunnel.

 

Om kwart over 1 komen we aan in Hue. Eerst gaan we eten in restaurant Ushi. Bij Wendy van Dijk????..... Nee, maar binnen hangt een foto en dat is toch die schalkse foto die we van haar kennen. Wat blijkt. De eigenaresse van dit restaurant lijkt als twee druppels water op Ushi en werd hierop vele malen door Nederlanders aangesproken. Ze gebruikte dit gegeven commercieel, doopte de naam van haar zaak om in Ushi en ontvangt er nu veel Nederlanders getuige ook de kleur oranje en het voetbalteam van Oranje die haar zaak opsmukt.

 

Om half 3 ontvangt Vu ons in de bus en rijden we in de richting van de Citadel, ons beginpunt van de wandeling door de stad van de Nguyen dynastie, later bezet door de Fransen en tijdens de Vietnam oorlog beschadigd. Het wordt nu opgeknapt met steun van Unesco en de stad Hue.

Naar Chinees voorbeeld bestaat de Citadel uit 3 delen. De Buitenstad (Citadel) is vierkant en heeft zijden van ruim 2 kilometer. Daarbinnen ligt de ommuurde Koningsstad met een lengte van 604 meter en een breedte van 622 meter. In dit deel resideerden de mandarijnen. Tenslotte is er nog een ander deel binnen de Koningsstad, namelijk de Purperen Verboden Stad. Het geheel wordt omgeven door een 23 meter brede gracht. Delen van het complex zijn verwoest door de Fransen en later (1968) tijdens het Tet offensief. In de Citadel hebben 14 keizers gewoond sinds 1802. We wandelen door de fraai versierde bouwwerken. We komen langs een afdak waar een serie enorme oude kanonnen staan tentoongesteld.

In Hue overnachten we in het Duy Tan hotel, een 3 sterrenhotel waarvan het Vietnamese leger eigenaar is (zo spijkert het leger er nog wat centjes bij). Een prima kamer maar op onze verdieping ondervinden we veel lawaai van het geschuif van stoelen. Dit komt van de verdieping erboven. Irritant en met wat dopjes onder de stoelpoten is zoiets toch snel verholpen, zou je zeggen.

 

Om half 8 gaan we per bus opnieuw naar Ushi. We zitten weer aan dezelfde lange tafel als vanmiddag. Na afloop scharrelen we wat in de buurt van ons hotel op zoek naar een bar. In een steegje vlak bij ons hotel treffen we een bar aan onder de naam Liberty. Daar drinken we wat en speel ik met Monica met blokjes het spel Jenga. Leuk, totdat bij het ineenstorten van de blokjestoren een vrouw achter me hevig begint te gillen. Ze ziet een grote spin vlak bij mijn hoofd op de muur. Het blijkt een giftig exemplaar te zijn, zo zegt Vincent later bij het zien van de foto van het omvangrijke dier. Fijn dat die vrouw even gilde want anders....Om dik 11 uur lopen we terug naar het hotel.

 

Maandag 19 november – Perfume rivier – Thien Mu pagode –Minh Mang complex – Hue markt

We gaan weer vroeg op pad. Om 7 uur vertrekken we naar de kade van de Perfume rivier waar we inschepen in een dubbele drakenboot. Op de boeg staan namelijk 2 grote drakenfiguren. Op het dek nemen we plaats op losse plastic stoeltjes en in het compartiment kunnen shirts en souvenirs worden gekocht. De jonge kapitein woont met zijn vrouw en hun kinderen op zo’n schip. De kinderen zijn naar school. Hij zit voor op de boeg en geeft gas en draait aan een groot stuur. Zij gaat over de verkoop van de uitgestalde artikelen. Op het achterdek zien we foto’s van de trouwerij van de twee, een paar jaar geleden. Na ongeveer anderhalf uur tuffen over de rivier leggen we aan voor een bezoek aan de Thien Mu Pagode (de Pagode van de Hemelse Dame) gebouwd in 1601. Daar bewonderen we de 21 meter hoge, 7 verdiepingen tellende 8 hoekige Phuoc Duyen toren. In de pagode bevindt zich een verguld beeld van de lachende Boeddha en nog 3 andere beelden. De 2 meter hoge en 2000 kg. wegende pagodeklok, gegoten in 1701, maakt indruk. Het klokgelui is op 15 km afstand te horen, zo wordt ons verteld.

 

De hoofdtempel staat in een fraai aangelegde tuin met mooie sierstruiken en bonsaiboompjes. Binnen zien we een jongetje die ernstig kijkend van tijd tot tijd tegen een grote klok slaat. Hier vlakbij staat in een gebouwtje een oude auto, een Austin. De monnik Tich Quang Duc reed in 1963 met deze auto naar Saigon en stak zichzelf in brand om te protesteren tegen het pro Ameri- kaanse regime van president Diem en zijn harde optreden tegen Boeddhisten. De beroemde foto van de brandende monnik haalde overal ter wereld de voorpagina.

 

Via de wiebelende loopplank gaan we aan boord en vervolgen we de vaartocht naar de begraaf- plaats van Keizer Minh Mang, de 2e keizer uit de laatste Nguyen dynastie. Na een korte wandeling komen we bij het complex. Phuong en Vincent geven uitleg over deze 2e keizer die een ster was in het werven van dames voor zijn concubine (in westerse termen een corps van maîtresses). Hij deed op dit vlak flink zijn best maar hij werd niet oud. Hij stierf plotseling. Men begon met de bouw van de tombe in 1840, een jaar voor zijn dood. Het praalgraf werd afgemaakt

in 1843 onder zijn opvolger Trieu Tri.

 

Minh Mang was verantwoordelijk voor de bouw van de keizerlijke stad en stond in hoog aanzien vanwege zijn confucianistische opvattingen en zijn stellingname tegen de Franse aanwezigheid in Vietnam. We maken een wandeling naar de gebouwen die elk op een heuveltje staan. Elk gebouw heeft zijn eigen betekenis in de zin van de bestemming die hieraan werd gegeven.

 

Na deze bezichtiging lopen we om het ommuurde complex heen naar de bus. We komen aan in een wel erg speciale locatie voor onze lunch. Een klooster (pagode) waar nog 15 Boeddhistische nonnen wonen die helemaal qua voeding zelfvoorzienend zijn. Zij verbouwen van alles in de tuin en hebben 2 eetzalen waar je een maaltijd kunt gebruiken. Er was ons van tevoren verteld dat het een eenvoudige maaltijd zou zijn maar dat blijkt anders. Het werd een uitgebreide lunch met 7 kleine, zeer smakelijke gerechtjes, eindigend met een banaan en een lekker stuk pompelmoes; als drank kregen we een flesje koud water. De nonnetjes die de maaltijd serveerden waren klein en kaalgeschoren, maar aardig en vriendelijk.

Onderweg naar ons hotel komen we veel stalletjes tegen met veel en prachtige bloemen. Ook zien we veel scholieren met bloemen. Het is namelijk morgen (20/11) Teachersday. De scholen zijn dan met vlaggen en wimpels versierd en de docenten worden dan extra in het zonnetje gezet.

 

Om half 3 zijn we bij ons hotel. Met een groepje besluiten we de brug over te steken naar de winkels, een winkelcentrum en de markt. Er moet inmiddels door deze en gene worden gepind. Ik koop op de markt een tas voor slechts 8 euro, nodig voor de kofferloze dagen tijdens de Hanoi uitstapjes Sapa en Halong Bay. Na ons marktbezoek lopen we in de invallende duisternis weer terug in het hotel. Pascal en ik luisteren opnieuw naar het geschuif van stoelen een verdieping hoger. Om 7 uur zijn we hiervan verlost want dat is de tijd van ons vertrek naar Kings Restaurant in Hue. We trotseren de regendruppels maar op de eerste etage zitten we koninklijk aan tafel en krijgen we een vorstelijke maaltijd voorgeschoteld. Na aankomst in het hotel zoeken we snel ons bed op want morgen is het erg vroeg opstaan. We gaan door naar Vinh.

 

Dinsdag 20 november – begraafplaats Truong Son – de Phong Nha grotten - Vinh

Vandaag een lange tocht van 430 km en onderweg is er weer het een en ander te bekijken. Daarom staan we om half 5 op om te kunnen vertrekken om 6 uur. We rijden binnendoor, voornamelijk over de oude Ho Chi Minh Trail, bekend van de vietnam oorlog maar nu geasfalteerd en bekend onder snelweg 15. Om half 9 stoppen we. We brengen we een kort bezoek aan de nationale militaire begraafplaats Truong Son. Het is de laatste rustplaats van Noord-Vietnamese soldaten die tijdens de oorlog ergens langs de Ho Chi Minhroute in het Truong Son-gebergte zijn gesneuveld. De meer dan 10.000 grafstenen op de hellingen zijn een tot nadenken stemmende getuigenis van de prijs die voor welke oorlog ook moet worden betaald. Op elke grafsteen staat Liet Si, dat Vietnamees is voor ‘martelaar’.

 

Na een rondje eigen gezette koffie, cappuccino en thee op de parkeerplaats, rijden we om 9 uur van de snelweg 15 terug naar de snelweg 1 richting het noorden. We passeren de DMZ, de gedemilitariseerde zone. De gevechten die hier plaatsvonden behoorden tot de bloedigste van de Vietnamoorlog. De 8 km brede zone lag zo’n 100 km ten noorden van Hue. Deze demarcatielijn,die Vietnam opsplitste in een noordelijk en een zuidelijk deel vloeide voort uit de Geneefse akkoorden van 1954. Die bepaalden dat de grens in stand moest blijven tot de beoogde verkiezingen in 1956. Die verkiezingen vonden echter nooit plaats, waardoor Vietnam tot de officiële hereniging in 1976 in tweeën gedeeld bleef.

 

Om 11 uur stoppen we in het bergachtige karstlandschap, bij de grotten van Phong Nha. De grotten bestaan uit een ondergronds gangenstelsel waarvan tot nu toe 44 km in kaart is gebracht. In juni 2003 werd dit gebied de vijfde locatie in Vietnam die een vermelding kreeg op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het is, aldus Vincent, de langste grot ter wereld. De grotten zijn zo’n 250 miljoen jaar geleden ontstaan. Het geheel bestaat uit duizenden meters ondergrondse doorgangen en riviergrotten. Er zijn prachtige diepte-effecten bereikt dankzij de aangebrachte kleurverlichting. We varen met twee boten het inwendige van de berg binnen en varen in het schemerdonker langs de grotten. Het is een prachtige tocht. We stappen op een gegeven moment ook nog even uit om een wandeling te maken door de grotten; we zien prachtige stalactieten, stalagmieten en andere wonderlijke druipsteenformaties.

 

Na deze 2 uur durende tocht gebruiken we de picknick lunch op de eerste verdieping van een gebouw. Er wordt weer goed voor ons gezorgd. Tegen de klok van 2 uur maken we de lange rit naar Vinh. Er zijn nogal wat wegopbrekingen in verband met het verbreden van de weg. We volgen voor een deel een smallere parallelweg. Na een koffie- en plasstop is het nog 31⁄2 uur rijden door een gebied met puntige bergen, een beschermd “Unesco”gebied. Onderweg geven Vincent en Phuong een lezing over bijgeloof, over toekomstvoorspellers en over de Chinese dierenriem- tekens. Ieder paar in de bus wordt gecheckt op het in harmonie verkeren van beider tekens avn de dierenriem. Alleen bij Hennie en Leen is sprake van een positieve match. Phuong moet nog even kwijt dat we met name in Vinh en omgeving moeten uitkijken voor een massagebeurt. De dames zijn berucht om het ongevraagd te ver gaan (“happy massage”). Langs de weg zien we de dames staan. Het regent niet maar ze hebben de paraplu op bij wijze van “invitatie”.

 

We maken nog even een stop voor een frisje of biertje en om kwart voor 7 staan we stil voor het Saigon Kim Lien hotel in Vinh, een 3 sterrenhotel. Om 8 uur zitten we aan 3 grote tafels bijeen, buiten aan de rand van het zwembad. Willie en ik zien binnen in het restaurant een rat voorbij- schieten. We melden dat maar het maakt geen indruk. We drinken in de bar nog een cocktail waarna Pascal en ik naar een vernieuwde kamer gaan op de 4e verdieping.

 

Woensdag 21 november – Vinh – de grotten van Tam Coc - Hanoi

Om 7 uur vertrekken we op weg naar de oudste stad van het land en in Oost-Azië, Hanoi. Deze stad telt ongeveer 7 miljoen inwoners tegen Saigon 9 miljoen. Het is 320 km rijden over de snel- weg 1. We rijden de rode rivier delta binnen, een vruchtbaar gebied met veel landbouw (rijstteelt, pinda’s). Onderweg mogen we raden hoeveel kilometer onze bus heeft afgelegd bij aankomst in Hanoi. Ik houd het op 3355. Fout; achteraf blijkt het 2880 kilometer te zijn. Ali wint een fles met inhoud. Ze zit er het dichtst bij.

 

We houden om even na 9 uur een koffiestop in Hoi Nghi. Om half 2 komen we aan in Van Lam. Eerst genieten we van een heerlijke lunch samen met meer groepen(vnl. Franse) waarna we naar de kade wandelen. Met kleine platbodems met bemanning, bestaande uit een vrouw en een heer die de roeispanen met hun voeten bedienen, maken we een prachtige tocht van zo’n 2 en een half uur over de sfeervolle Song Ngo Dong. Die rivier stroomt door 3 tunnelvormige grotten (Tam Coc) die

door de eeuwen heen in het kalksteen zijn uitgesleten. Soms moeten we bukken om te voorkomen dat ons hoofd langs het plafond schraapt. Voor de ingang van de derde grot varen we weer terug. Doorgaan is niet aan te bevelen want je wordt dan belaagd door handelaren die je graag wat willen verkopen. Vooraf werden we gewaarschuwd voor opdringerige en agressieve verkoop- praktijken van onze roeiers; wij merken daar bijna niets van. Na afloop hebben onze roeiers de afgesproken fooi van 50.000 dong (€1,80) dik verdiend. Het was een erg mooie en relaxte tocht.

 

Na ons vertrek uit Van Lam maken we een stop bij een bedrijfje langs de weg waar betonblokken worden gefabriceerd. Het is een kwestie van een uitgekiende mal waarin cement, grint en water worden samengebracht en dat geheel wordt vervolgens machinaal samengeperst.

Het is even over vieren en we lopen wat achter op het tijdschema. We moeten nog zeker 21⁄2 uur rijden naar Hanoi. Om 7 uur stappen we uit, vlak bij het Hoan Kiém meer (het meer van het teruggegeven zwaard) in hartje stad. Na deze stop hoeven we niet ver te lopen om bij de tourist information in het bezit te komen van een stadsplattegrond.

 

Linh en Vu zorgen ervoor dat alle bagage in hotel La Dolce Vita (31⁄2 ster) terecht komt. We lopen de Chinese wijk in en worstelen ons in restaurant Little Hanoi aan tafel. De te krappe zitplaatsen weerhouden ons er niet van om hier lekker te eten. Het is volgens de Lonely Planet in zijn soort de beste gelegenheid in town. Halverwege de maaltijd komen Linh en Vu binnen. Na afloop van de maaltijd worden ze door Vincent en Phuong en door ons persoonlijk bedankt voor hun prima bewezen diensten. Hiermee was het voor hen het afscheidsdiner. Ze nemen hun enveloppen met het welverdiende fooiengeld in ontvangst. Voor Linh en Vu is deze reis afgelopen al hoewel we ze morgen nog zien voor de stadsrondrit. Daarna krijgen we een andere bus met chauffeur.

 

Na het innige afscheid wandelen we door de straatjes - die gevuld zijn met rijdende en stilstaande brommers en scooters (waarop de bestuurders niet alleen zitten maar ook liggen) – naar het hotel. Onze koffers staan al op de kamers. Om half 10 zoeken we de bar op en nemen we, tevreden terugkijkend op deze dag, nog een cocktail.

 

Donderdag 22 november – Hanoi stadstour – shoppen - waterpoppentheater

Na het ontbijt vertrekken we om kwart voor 8 voor een stadstour door Hanoi. Het is prachtig weer.

In 2010 bestond deze stad 1000 jaar. We bezoeken eerst het mausoleumcomplex van Ho Chi Minh, waar het lichaam van Ho Chi Minh ligt opgebaard. Het met marmer en graniet beklede Lang Chu Tich Ho Chi Minh is gebouwd op de plek op het Bo Dinh–plein, waar Ho Chi Minh in 1945 de onafhankelijkheid van Vietnam uitriep.

 

Zijn gebalsemde lichaam ligt in een glazen kist. Dit is helemaal tegen de wil van Ho Chi Minh zelf. Hij wilde gecremeerd worden en hij wilde dat zijn as in het noorden, het midden en het zuiden van Vietnam zou worden uitgestrooid. Elk najaar gaat het lichaam voor enkele maanden naar Rusland om opnieuw gebalsemd te worden. Het zwaar bewaakte lichaam, gekleed in het bekende khaki tenue, ligt op een verhoging in een donkere, kille ruimte. We worden snel langs weerszijden van de kist geleid. Onze handtassen en camera’s hebben we achter moeten laten bij Phuong. De vele bewakers zien er streng op toe of iedereen zich wel gepast gedraagt. Dat wil zeggen, keurig achter elkaar lopen, handen uit de zakken, niet praten of lachen, zonnebril af, en (Willie), niet omhoog op je hoofd schuiven, die zonnebril. Als je bedenkt dat Ho overleed in september 1969, dan is het onvoorstelbaar dat het lichaam er nog zo goed uitziet.

 

Voor het mausoleum maken we, op gepaste afstand (dat wordt ons middels bewakersfluitjes wel duidelijk gemaakt (!) ) foto’s.

Daarna wandelen we door het park, waar Ho bomen uit geheel Vietnam liet planten, langs het presidentiële paleis, waar Ho - die liever eenvoudig wilde wonen en leven - zelf nooit gewoond heeft. Het paleis doet tegenwoordig dienst als gastenverblijf voor buitenlandse hoogwaardig- heidsbekleders.

 

Ho woonde in 2 verschillende huizen in het park. In het eerste huis (dat van de elektricien zou zijn geweest) van 1954 tot 1958 en daarna in het sobere houten huis op palen, waar hij in 1969 stierf. In de bij het eerste huis behorende garage staan de drie van zijn favoriete auto’s. Het zou zijn enige materialistische zonde zijn geweest in zijn leven in soberheid wat onder meer blijkt uit zijn simpele werkkamer

We nemen nog even een kijkje bij de one pillar pagode verderop in het park. Deze eenzuilige pagode dateert van 1049.

Vervolgens bezoeken we de Van Mieu tempel ofwel de Tempel van de Literatuur die al eeuwenlang een bolwerk is voor Confuciaanse scholing in Vietnam. Dit tempel-complex, opgericht voor Confucius en zijn leerlingen, stamt uit 1070. Er staan 82 steles door schildpadden gedragen. Daarop staan in Chinese karakters de namen van 1306 hier afgestudeerde doctors die tussen 1442 en 1779 de examens met goed gevolg hebben afgelegd. Elke stele staat voor een jaargang. Pleegde een doctor later corrupte handelingen, dan werd zijn naam weggekrast. We kwamen zo’n rakker tegen, op steen gesproken dan. We wandelen over de binnenplaatsen naar de achterin gelegen tempel. We zien veel keurig geklede Vietnamese studenten rondlopen. Ze zijn hier kennelijk op excursie.

 

Onze laatste stop is het Hoan Kiem Meer (het Meer van het Teruggegeven Zwaard ) in het centrum van de stad. Volgens een legende - die doet denken aan die van koning Arthur en zijn zwaard Excalibur – kreeg de 15e eeuwse keizer Le Thai To een magisch zwaard van een schildpad aangereikt, dat hij tijdens de 10 jaar durende strijd tegen de Chinezen gebruikte. Na de bevrijding ging de keizer met een boot naar het midden van het meer om het zwaard aan de schildpad terug te geven. Het dier zou het zwaard uit zijn hand hebben gegrist en in het meer zijn verdwenen.

 

Niet ver van het punt waar we door Linh en Vu bij het waterpoppentheater zullen worden afgezet, loopt Linh nog een bekeuring op omdat hij op een verkeerde rijstrook zou hebben gereden en een verkeersbord (éénrichtingsverkeer) zou hebben genegeerd. Het is eerder de Saigon bus die ze uitkozen voor een flinke zakcent want heel toevallig is het wel lunchtijd, dus onze bus is de pineut. Dat kost 1,2 miljoen dong, een bedrag dat snel door de reisdeelnemers wordt gecompenseerd.

 

We lopen een klein stukje langs het Hoan Kiem meer. Over de (rode) Brug van de Rijzende Zon lopen we naar de Den Ngoc Son tempel. In het meer staan 2 bouwwerken op eilandjes. Vrijwel in het midden, de kleine 18e eeuwse Thap Rua (Schildpadtoren) en in het noorden de Den Ngoc Son (tempel van de Jaden Berg). Deze tempel is gewijd aan generaal Trang Hung Dao en aan La To, de patroonheilige van doktoren. Binnen staat in een vitrine een grote opgezette schildpad die in het Hoan Kiemmeer zou zijn gedood tijdens de bombardementen in de Vietnam oorlog.

We lunchen in de stad, in een zaak van de keten Little Hanoi. Hier hebben ze heerlijke broodjes. Het wordt een beef burger.

 

Vanmiddag zijn we vrij. Het is 2 uur en we moeten eerst even terug naar het hotel voor het inleveren van de was (dat deden we eerder in Nha Trang en Hoi An). Na deze huishoudelijke behoefte en plichtpleging zijn we echt vrij. We hebben trek in een ijsje en Vincent weet hiervoor een goed adres, Thuyta café. We zitten op een terras aan de kop van het Hoan Kiem meer en hebben er een prachtig uitzicht. We lopen nog wat rond, shoppen nog wat en lopen naar het hotel waar we aan de bar in gesprek raken met een oude Australiër.

 

Om kwart voor 6 staan we met z’n allen klaar om een voorstelling bij te wonen in het waterpoppentheater, het Thang Long Water Puppet Theatre. Bij het theater aangekomen, moeten we even wachten. Binnen zitten we vrij vooraan. We kunnen het goed volgen.

 

Het schouwspel wordt door live muziek ondersteund en zo nu en dan onderbroken door gesproken teksten die in het Engels worden geprojecteerd. De jaarlijks terugkerende overstromingen in het gebied van de Rode rivier vormden de inspiratie voor dit unieke vermaak. De boeren wisten niet wat ze moesten doen tijdens de overstromingen dus creëerden ze deze kunstvorm. In het poppenspel combineren de Vietnamezen hun grote liefde voor mythologie met het felle nationale zelfbewustzijn. Het is prachtig! Na afloop gaan de lichten aan en zie je hoe ze met bamboestokken van achter het scherm de poppen op en onder het water bewegen terwijl ze tot hun middel in het water staan. De voorstelling duurt ruim drie kwartier.

 

We wandelen naar restaurant Maison d’Hanoi. We zitten aan een lange tafel in een “spiegelzaal” waardoor het hier ruimer lijkt dan het is. De culinaire gangen smaakten stuk voor stuk erg lekker. Vincent maakt van deze gelegenheid gebruik om de cabine-indeling voor de nachttrein voor de dag van morgen bekend te maken. Daarna lopen we terug naar het hotel waar we de bar niet passeren want een Margarita cocktail gaat er nog wel in.

 

Vrijdag 23 november – vrije dag in Hanoi – winkelen – nachttrein naar Lao Cai

Uitslapen want we hebben vandaag een vrije dag. Om 8 uur zitten we aan het ontbijt. Om half 10 vertrekt ons team samen met Vincent, Rob en Anneke met 2 taxi’s naar de het Vincom centre, een enorm grote moderne shopping mall. Bij het uitstappen loop ik een flinke winkelhaak in mijn broek op. Die mag in Vietnam achterblijven. Pascal slaat een paar schoenen in en dan is het tijd voor koffie, thee e.d. bij Highlands. We shoppen, kijken, kopen en kopen niet en rond het middaguur maken we de taxirit terug.

 

Voor de lunch gaan we naar Green Tangerine, een 4 sterren restaurant met een Fransman als eigenaar. Hier kunnen we kiezen uit een 2 gangenarrangement. Met een glas goede chardonnay erbij betaal ik 316.000 dong (€ 11,50). Dat is redelijk betaalbaar voor wat hier aan kwaliteit wordt voorgeschoteld in een goede ambiance.

 

De middag brengen we door met winkeltjes kijken in de smalle straatjes in de omgeving van ons hotel. Om 3 uur kunnen we onze was in ontvangst nemen en dan begint de klus van het uitpakken van de koffer en het vullen van een tas met spullen die we de komende 3 dagen nodig hebben. Wat niet meegaat blijft in de koffer en die wordt hier in het hotel opgeslagen. Vanavond reizen we met de nachttrein naar Lao Cai, naar het berggebied westelijk van Hanoi.

 

Om 6 uur staan we klaar om naar ons dineradres te wandelen, niet ver van het waterpoppen- theater. Restaurant Hanoi Cuisine ligt vlak bij het restaurant van eergisteravond (Little Hanoi). Na het eten lopen we voor de koffie naar restaurant Highlands gelegen op de derde verdieping van een groot gebouw noordelijk van het Hoan Kiem meer aan de Dinh Tiên Hoang. Op een groot plein komen 5 wegen bij elkaar zonder dat er stoplichten staan of er een rotonde is. Vanaf het terras kijken we omlaag naar het hectische verkeer. Hier zien we dat de verkeersdeelnemers rekening met elkaar houden en elkaar de ruimte gunnen zonder de middelvinger omhoog te steken. Dit in tegenstelling tot wat wij gewend zijn als “korte lontjes” verkeersdeelnemers. Geweldig om te zien hoe de op elkaar inrijdende brommers soepel langs elkaar manoeuvreren zonder aanrijdingen. Dat doen we – zeker weten - ze niet na.

 

Om half 9 staan we klaar voor de rit naar het station. Een korte rit. Vincent waarschuwt ons voor zakkenrollers op het drukke station en geeft ons instructies hoe snel de coupé in de trein te vinden. Onze trein zal om 21.20 uur vertrekken. Ons reisgezelschap zit verdeeld over 2 wagens (wagon 2 en 15). De wagon is verdeeld in 7 coupés; per coupé 2 beneden- en 2 bovenbedden die dwars op de rijrichting staan . Pascal en ik delen in wagon 15 de coupé met Rob en Anneke. Met de meegebrachte drank (rode wijn en fris) en wat knabbels wordt het aan boord een gezellige boel.

 

De bedden zijn keurig opgemaakt; er staat een klein tafeltje met daarop 4 flesjes water, 4 tandenborstels, koekjes en verfrissingsdoekjes. De trein vertrekt op tijd. Ondanks de cadans van de trein is een stevige nachtrust er niet bij. Om 5 uur de volgende ochtend zullen we worden gewekt.

 

Zaterdag 24 november – Lao Cai – lokale Hmong markt – Sapa

Om 5 uur worden we door bonken op de deur van de coupé gewekt. We stappen na wat opfrissen uit en lopen het station uit. We zijn in nachtelijk Lao Cai. We lopen een klein stukje en gaan restaurant Viet Emotion binnen, een adres voor ons ontbijt. We kunnen kiezen uit een gebakken spiegelei, een omelet of scrambled eggs en uit koffie of thee. Onder regie van Vincent heeft een ieder datgene wat zijn of haar hartje begeert.

We hebben voor ons verblijf in dit uiterste stukje Vietnam vlak bij de Chinese grens de beschikking over 2 busjes, een grote en een kleine. We rijden naar de lokale markt van voornamelijk de Flower Hmong groepering, die prachtige kleurrijke kleding draagt. De ca. 800.000 Hmong wonen in dorpjes in de hooglanden van noordelijk Vietnam. Als gevolg van de oorlogen met de feodale Chinezen in het noorden, emigreerden de Hmong aan het begin van de 19e eeuw vanuit het Zuid Chinese Koninkrijk Bach Viet naar Vietnam. De Hmong kunnen op basis van hun dialect, hun gebruiken en kleding van de vrouwen, verdeeld worden in subgroepen. Zo worden de Hmong uit SaPa, de Zwarte Hmong,

genoemd vanwege hun overwegend donkere (indigo/zwart) kleding. De kleurrijkste subgroep is de Flower Hmong, die vrolijk gekleurde kleding met borduursels draagt.

 

We zien dat over smalle bergwegen, langs diepe dalen met mooie terrassen het Flower Hmong volk naar de markt komt. Soms lopen ze wel 20 km om de markt te bezoeken. Aan de rand van de markt zien we dat beneden in het dal het vee wordt verhandeld. Veel vrouwen hebben een baby bij zich. Die kleintjes hangen in een draagzak op hun rug.

 

Mais is het hoofdvoedsel van de Hmong maar men verbouwt ook rijst op de terrassen die via irrigatie van water worden voorzien. Voor het maken van de weefsels wordt hennep, maar soms ook katoen verbouwd. De uitstekende handwerkers maken o.a. handgeweven stoffen, papier, zilveren sieraden, lederwaren, manden en borduursels. Dat alles wordt aangeboden op de markt waar wij al fotograferend rondlopen. Er worden ook allerlei groenten, fruit, bamboe enz. verkocht.

Voor de Hmong-gezinnen is de zaterdagmarkt een ontmoetingsplek. De mannen mogen zich dan, na een week van hard werken, te buiten gaan. Op het einde van de dag zijn ze vaak stomdronken en worden dan liefdevol door hun begripvolle vrouwen naar huis begeleid. Soms zijn ze zo van de kaart dat ze eerst hun roes aan de kant van de weg uitslapen, terwijl hun vrouwen dan geduldig blijven wachten tot ze naar huis kunnen.

We lunchen in Bac Ha, in restaurant Hoang Yen waar we eerder die morgen waren voor een sanitaire stop. Om kwart voor 1 rijden we richting de Chinese grens waar we bij de grensrivier en de grenspost een kijkje nemen. Dan gaat de tocht naar boven, naar SaPa, de toeristische hoofdstad van het noordwesten van Vietnam.

 

SaPa was van oorsprong een nederzetting van de Zwarte Hmong. De plaats ligt op een hoogte van 1650 meter en is meer dan de helft van het jaar gehuld in een dichte mist. Bij onze aankomst is dat min of meer ook het geval. Om half 5 zijn we in ons hotel, het Bamboo Sapa Hotel. Het is fris buiten en de verwarming staat aan. Vanaf ons balkon hebben we een geweldig uitzicht op het berggebied dat zo nu en dan tussen de wolken door te zien is.

 

Om 7 uur wandelen we door de winkelstraat van Sapa omhoog richting de plaatselijke markt. Daar vlak bij is een restaurant waar we met een goed glas rode wijn heerlijk hebben gegeten. Na afloop drinken we nog een hot chocolate in Highland, niet te verwarren met de keten Highlands (dus zonder de s). Om 10 uur naar bed want we hebben nog wat slaap in te halen.

 

Zondag 25 november – wandelen naar Cat Cat village – de Hot Pot - vrije middag

Het regent buiten. Hierdoor is het nog wat onzeker of de geplande wandeling naar Cat Cat village en de waterval daar doorgaat. Het wordt droog en besloten wordt erop uit te trekken maar wel extra uit te kijken want de paden zijn glad. De hotelparaplu gaat mee.

Om 9 uur wandelen we langs de markt. Daar nemen we een weg omlaag die ons buiten Sapa brengt. Die afdaling valt niet mee. Men is bezig hier de weg te verbeteren maar waar niet aan gedacht is, is aan een tijdelijk nog redelijk bewandelbare strook. Met handen en voeten passeren we dit

stuk en dan gaat het alsmaar naar beneden, eerst via een weg en later via paden met trappen. We komen aan bij een controlepunt waar een vergunning wordt gekocht om dit gebied in te mogen. We ontmoeten hier mensen van de Black Dao groepering met hun kinderen en hun

dieren waaronder veel honden. Het gaat regenen en het laatste stuk naar de waterval is lastig te lopen door de gladde traptreden. Maar gelukkig gaat alles goed en blijft iedereen overeind.

 

Als we over een grote, wat wiebelige hangbrug lopen is het eind in zicht. Een stukje verderop stort een waterval zich naar beneden. Er staan wat kraampjes met diverse koopwaar en er is een klein theater met vrij entree waar net na onze komst een uitvoering wordt gegeven van traditionele dansen.

 

Na een tijdje geeft Vincent het vertreksein en lopen we veel treden omhoog tot aan een asfaltweg. Hier kan de keuze worden gemaakt: 3 km lopend omhoog of voor 35.000 dong (€ 1,30) achterop op een bromfiets terug. De meeste gaan lopen. Vincent, Willy, Monica, Leo en ik laten ons omhoog rijden. We dachten dat we zouden worden afgezet op de markt maar niets is minder waar. Voor het erg slechte stuk omhoog naar de markt staan we stil en we mogen het verder zelf uitzoeken. We nemen een andere route die – zo horen we - ook naar Sapa leidt. Het is mistig en kunnen ons slecht oriënteren. We lopen op een gegeven moment omhoog maar – naar later bleek - onder Sapa langs. We vragen passanten hoe we in Sapa komen. Doorlopen, links en nog eens links. We komen van de andere kant uiteindelijk bij het hotel en realiseren ons dat we een grote omweg hebben gemaakt waardoor we later in het hotel arriveren dan de niet “gemotoriseerde” groep.

 

De lunch gebruiken we vlak bij het hotel, in Sapa Gourmet Restaurant. Op het menu staat Hot Pot, iets dat ik eerder gegeten heb tijdens een reis in China. Er komt een verwarmingselement op elke tafel met daarop een pan bouillon. Er staan verder schalen met vlees, vis en groenten. Alles wordt gekookt in de bouillon. Als alleen nog de bouillon over is, worden er een paar pakjes mie in gekookt en besluiten we het hot potten met een kop bouillon die inmiddels heerlijk doortrokken is van alles wat er in gekookt is. Als afsluiting is er vers fruit.

 

Na deze bijzondere lunch waarbij we door de restaurantmedewerkers werden geassisteerd, gaan we winkel in, winkel uit. Pascal wil hier een winterjack kopen, een “shell windstopper”. Het duurt een aantal winkels voordat hij voor ongeveer € 25,- zijn keuze heeft gemaakt. Een populair artikel is hier een inschuifbare wandelstok die zo de koffer in kan. Voor € 4,- had ik er een met ook nog een lampje erop (In Nederland betaal je het 15-voudige maar de kwaliteit is wellicht beter).

 

We drinken nog een cappuccino of wat anders in café Highland en bezoeken nog een soort drogisterij met verkoop van (sterke) drank waarna we terug lopen naar het hotel.

 

Om kwart voor 7 staan we klaar in de lounge om gezamenlijk naar restaurant Red Dao House te lopen. Voor het eten krijgen we een glaasje appelwijn (40 procent!) aangeboden door Phuong en Vincent. Hierdoor zitten we er warmpjes bij. Het eten is heerlijk en vrij westers: pompoen- wortelsoep met brood, zoete aardappel met rauwkost, beef met rijst, aubergine en paprika, kip en gebakken banaan toe.

 

We besluiten de dag in subgroepjes. Willie, Saskia en ik strijken neer bij de Italiaan Romano’s pizza in de hoofdstraat en gaan voor een cocktail.

 

Maandag 26 november – wandeling naar Ta Van – vrije middag – naar de nachttrein

Het is zonnig. Vanaf ons balkon kijken we over de laaghangende wolken met op de achtergrond de met zon overgoten bergen. Saskia is vandaag jarig. Pascal en ik zijn vroeg in de ontbijtzaal om samen met Phuong haar plaats aan tafel feestelijk te versieren. We schrijven “hartelijk gefeliciteerd” op een eind WC-papier en nu weet een ieder dat er gezongen moet gaan worden op het moment dat ze naar het ontbijtbuffet loopt. En zo geschiede.

 

Om half 9 staat er een grote bus voor ons klaar. Voor een optionele wandeling rijden hoog boven het dal naar een punt waar we door een horde vrouwen en kinderen worden ontvangen. Ze willen graag wat aan ons verkopen maar dat doen we liever straks. Onder leiding van een lokale gids lopen we naar beneden het dal in op weg naar het Giai-dorp Ta Van. Het weer houdt zich goed en de wandeling langs de vele rijstterrassen is prachtig. Zo veel. Daar is Bali (Ubud bijvoorbeeld) niets bij. Onderweg komen we leden van de bergstammen tegen zoals de Black H’Mong, de Ziay en de Rode Dao stam. Via Lao Chai waar we koffie of thee drinken en veel kinderen zich om ons heen verdringen om veelkleurige hebbedingetjes aan de man of vrouw te brengen, wandelen we verder naar Ta Van. Onderweg bezoeken we een enkele bewoners van huizen die graag hun huisnijverheid laten zien zoals het verven van doeken en het fijn malen van rijst. Ook passeren we winkeltjes en in Ta Van een school. Hier lopen we naar de weg waar onze bus staat. Klimmen is er nauwelijks bij zodat deze interessante wandeling ook ontspannend is. Met de bus rijden we terug naar ons hotel. Onderweg maken we nog twee fotostops. Van bovenaf kijken we neer op de schitterende rijstterrassen in het dal. Rond 12 uur zijn we terug. We worden gevraagd om onze (hand)bagage klaar te zetten op kamer 102 waarna we voor de lunch door de hoofdstraat omhoog lopen naar het restaurant van gisterenavond (Red Dao House). Na afloop hiervan hebben we nog een paar uur over voordat we om kwart voor 5 zullen gaan vertrekken voor de rit naar Lao Cai, voor het diner daar en de nachttrein.

 

We bezoeken de markt en kopen daar nog enkele souvenirs en sluiten ons verblijf in Sapa af met een drankje bij de Italiaan (Romano’s Place). We nemen afscheid van het hooggebergte en rijden omlaag naar Lao Cai. Het restaurant waar we bij aankomst op zaterdag ontbeten (Viet Emotion) is nu weer het restaurant maar nu voor ons avondmaal. We bestellen een fles rode wijn en dat wordt een dure, lekkere Franse wijn voor de prijs van een Dalat wijn die we willen hebben maar niet voorradig is. De nog lang niet lege fles verdwijnt na de eerste uitschenkronde achter de bar en die wordt later voor nog een glas door ons “opgeëist”. Achteraf bleek dat we voor een prikje (€ 2,-- per glas) goedkoop uit waren. Als toetje genieten we van de verjaardagstaart voor Saskia. We zingen haar nog eens toe.

 

Om precies kwart over 8 vertrekt de trein. Omdat dit een vrij klein station is, gaat alles veel sneller dan op de heenreis op het grote, hectische station van Hanoi. Deze keer zitten we met z’n allen in één rijtuig. Voor het slapen gaan wordt de verjaardag van Saskia nog eens extra luister bijgezet. Pascal en ik delen onze coupé opnieuw met Rob en Anneke. Om even over vieren zullen we worden gewekt.

 

Dinsdag 27 november – naar Halong Bay – aan boord – excursies naar de grot en Ti Top

Nog wat slaperig stappen we om een uur of 5 in Hanoi uit de trein. Op straat aangekomen spotten we de bus die ons naar ons vertrouwde hotel La Dolce Vita brengt, althans na een korte wandeling vanaf de plaats waar we door de buschauffeur worden afgezet, het Waterpoppentheater. Vervolgens gaan we in de lobby van het hotel druk in de weer om de spulletjes uit onze handbagage over te brengen naar de koffer zoals de vuile was en opnieuw de handbagage te voorzien van schone was en wat we denken nodig te hebben voor komende twee nachten. Daarna kan de koffer weer worden weggezet en gaan we aan het ontbijt.

 

Om kwart over 7 wandelen we met onze ververste handbagage naar het Waterpoppentheater waar we instappen in een witte bus. We gaan op weg naar de Halong een grote plaats aan de kust. We hebben 170 km te gaan. Twee uur later stoppen we bij het shopping centre Chân-Thiên-My. Hier werken gehandicapte jongeren en ook wezen. Ze worden hier getraind voor een commerciële positie in de maatschappij. Ze verkopen hier allerhande souvenirs. Een deel van de verkoop komt ten goede aan het goede doel. Een geweldig initiatief.

 

Om half 1 komen we aan bij de baai: Halong Bay in de Golf van Tonkin. Dit is een van de grootste natuurwonderen ter wereld en een van de mooiste locaties van Z.O. Azië. De baai meet ongeveer 1500 km2 donkerblauwe zee die bezaaid is met bijna 2000 kalkstenen eilandjes waarvan het merendeel onbewoond is. De soms wonderlijk gevormde rotsformaties en de talloze grotten scheppen een betoverende, tijdloze en bijna mystieke wereld, die door de zeilen van de jonken en sampans alleen nog maar aan schoonheid wint. ‘Ha Long’ betekent letterlijk ‘Neerdalende draak’. De naam komt van een locale legende.

 

De verklaring die geologen geven aan het ontstaan van de karsteilanden is dat de kalksteeneilanden ooit een afgezette laag schelpenkalk vormden op de bodem van de oerzee Thethys. Deze bodem is 30-50 miljoen jaar geleden als gevolg van gebergtevorming omhoog gekomen. Sinds de waterspiegel na de laatste ijstijd (30.000 – 40.000 jaar geleden) sterk gestegen is, rijzen de rotsen als eilanden op uit het water. Het proces van erosie waaraan de karstbergen hun grillige vorm ontlenen duurt voort tot vandaag de dag. 

 

Vanaf de kade stappen we op een pendelboot die ons naar een jonk vaart, een schip met hotel- voorzieningen. Er zijn te veel passagiers voor één vaart dus komen de achterblijvers een moment later. We hebben het schip exclusief voor ons gezelschap. De boot ligt voor anker niet ver van Ti Top, een eiland met een fraai zandstrand en een uitkijkpunt.

 

In onze hut staan 2 bedden met een nachtkastje. De badkamer is erg klein. Douchen levert al gauw een nat toilet op maar het is allemaal goed uitgekiend en toch redelijk comfortabel. Rond het middaguur genieten we van een goede lunch aan boord. Na de lunch zijn er twee excursies.

De eerste excursie die kort na de lunch van start gaat, is een tocht door de Hang Sung Sot (Grot van de Verrassing). Met de pendelboot worden degenen die meegaan afgezet bij de berg van de grot. Willie, Anneke, Harry, Hilda en ik blijven aan boord. We genieten van het uitzicht vanaf het bovendek. De tocht is qua klimmen toch een eind omhoog. Later hoorden we dat het best wel meeviel. We horen dat de drie ruimtes met wonderlijke rotsformaties indrukwekkend zijn. Tot onze verbazing begint ons (grote) schip te varen naar het punt waar de rotswandeling eindigt. Het blijkt dat de pendelboot een ongelukkige manoeuvre maakte. Dat trok de aandacht van de havenmeester die toen signaleerde dat de kapitein niet aan boord was en een dubbele bemanning is verplicht op de tender. Er kon niet meer worden gevaren en de jonk werd vervolgens opgeroepen om de wandelaars op te pikken. De maatschappij heeft een boete te pakken.

 

De tweede excursie bestaat uit een tendertochtje heen en weer naar Ti Top. Daar, achter het strand, kunnen 470 traptreden worden beklommen voor een grandioos uitzicht. Ongeveer halverwege is er nog een uitkijkpunt. Op dat punt halverwege vinden Willie, Monica en ik het uitzicht al zeer de moeite waard. Als we terugkeren is het vrij donker.

 

Aan de bar worden we door de medewerkers aan boord uitgenodigd om ons over te geven aan wat in Vietnam een hype is: karaoke. Voordat we beseffen wat we aan het doen zijn, staan we te zingen met een pilsje in de hand want de kelen moeten wel gesmeerd blijven. Deze niet voor elke reisdeelnemer favoriete tijdsbesteding eindigt om 7 uur wanneer we starten met het diner.

 

De maaltijd is één groot feest voor het oog en de mond. Van elk gerecht zijn ware kunstwerkjes gemaakt. De garnalen die we vooraf krijgen, hangen op een cocktailglas; in het glas zijn op stokjes bloemen van wortel, tomaat en pepertjes gemaakt, de loempiaatjes (spring-rolls) zijn geprikt in een uitgeholde ananas, waar een brandend waxinelichtje in staat, de schalen zijn prachtig opgemaakt met bloemen van tomaat en komkommer en het toetje dat bestaat uit fruit is ook één grote bloem, de schil van appel en peer is gedeeltelijk uitgevouwen. Onze tafel roept deze maaltijd uit als een absolute topper. En dat voor een schip met toch een kleine keuken. Chapeau! Na afloop wordt op het bovendek, op en bij de ligstoelen, nog wat nagepraat. Het is qua temperatuur nog net te doen. We drinken nog een paar Baileys en daarna zoeken we onze hutten op.

 

Woensdag 28 november - varen naar Cat Ba – vrije middag in hotel Cat Ba Sunrise

Om even na 6 uur staan we op. Na het ontbijt om 7 uur zullen we om half 9 van boord gaan. We zullen worden opgehaald door een grote pendelboot die ons naar het eiland Cat Ba zal brengen. De schipper verschijnt op de afgesproken tijd niet aan de horizon en dus wordt er door Phuong druk gebeld. Om kwart over 9 leggen de schipper en zijn maatje aan en stappen we over. De mooie tocht naar het eiland Cat Ba duurt ruim 2 uur. We varen een haventje binnen en zien dat de economie hier draait om vis. We zien drijvende eilandjes met huisjes en winkeltjes erop en ook bedrijfjes voor het verwerken van de gevangen vis. Een bijzondere wereld.

Ons schip legt in het haventje aan en we stappen aan wal. Daar staat een bus klaar om ons naar restaurant Green Mango te brengen aan de boulevard in Cat Ba town. Nadat de inwendige mens is voorzien, rijden we rond half 3 naar het 4 sterren hotel Cat Ba Sunrise, een prachtig bedrijf met groot zwembad en een eigen strand met strandbar. Jammer dat het somber weer is (later wat regen) en dat de temperaturen niet zomers zijn. We hebben een schitterende kamer. Het ziet er hier perfect uit. Pascal en ik besluiten de massagesalon van het hotel te bezoeken. Via de receptie worden we opgehaald en naar de ruimtes gebracht waar twee dames ons in afzonderlijke vertrekken flink onder handen nemen en professioneel, althans zo voelt het aan. Inclusief fooi voor omgerekend € 11,50 en dat voor een uur. Na deze opkikker passeren we de bar. We treffen er een aantal gezellige single deelnemers aan die een andere soort opkikker aan het innemen zijn. We sluiten ons hierbij aan en doen een

rondje mee.

 

De maaltijd gebruiken we vanavond in het hotel. Ook hier zijn we te spreken over wat we in de vorm van een set menu eten. Buiten regent het. We gaan niet te laat naar bed.

 

Donderdag 29 november – via Hai Phong terug naar Hanoi – vrije middag - afscheidsdiner

Na het goed ontbijt en na het uitchecken, lopen we naar het strand voor een groepsfoto. Met het toestel van Lia worden 3 foto’s gemaakt en de beste zal t.z.t. aan de deelnemers worden gemaild; een leuk aandenken aan de reis.

 

Om 7 uur gaan we aan boord van een wat gammele bus die ons drie kwartier later aan de westkant van het eiland afzet, westelijk van de plaats Ang Coi bij de snelboot. We schepen snel in en het blijkt dat voor onze groep een exclusieve vaart wordt gemaakt naar Hai Phong. Het gaat supersnel. In 20 minuten zijn we aan de kade en daar staat opnieuw een bus klaar, een kleinere dan we gewend zijn.

 

We rijden door het havengebied, een belangrijke haven voor Vietnam. Het is een en al overslag, opslag en industrie. We rijden vervolgens door de stad en genieten van het leven langs de straatkant. We maken vaart en arriveren om 12 uur bij het Waterpoppentheater in Hanoi, hartje stad. Onze (hand)bagage zal nog in het hotel worden afgeleverd. We zetten onze spullen op de voorste banken en gaan op weg voor de lunch. Vandaag is de lunch niet in het programma inbegrepen. Voor de lunch volgt een deel van de groep het idee van Vincent. Nog een keer naar het restaurant Green Tangarine. We zijn hier met ons clubje, Lia en Gé en Vincent. We hebben hier opnieuw heerlijk gegeten.

 

Daarna gaan we naar hotel La Dolce Vita waar we nu voor de derde keer onze opwachting maken. We zullen hier nog een nacht doorbrengen. We pakken onze koffer en handbagage en betrekken kamer 309. Daarna de straat op om te shoppen en om een lekker “bakkie” te doen in Highlands waar we vanaf het terras op de derde verdieping het door elkaar krioelende verkeer volgen, fotograferen en filmen. Je raakt er niet op uitgekeken en alles gaat zonder ongelukken. Na nog een rondje shoppen zijn we om half 6 op de kamer. Nu is het zaak om de bagage om te pakken voor de terugreis naar Nederland. Ik buig me vervolgens over mijn blocnootje waarop ik aantekeningen maak voor de afscheidsspeech voor Vincent namens de groep. Gé gaat rond voor het vullen van een enveloppe voor Vincent.

 

Het afscheidsdiner is in ons hotel. Vincent bedankt Phuong. Ze heeft het geweldig gedaan. Dan is Vincent aan de beurt. Wat vonden we van hem en deze reis? Het was een fantastische reis, goed georganiseerd; alles liep op rolletjes. We bewonderen zijn parate kennis, zijn “olifant”-geheugen en de manier waarop hij een en ander naar voren bracht en niet in de laatste plaats het groepsgevoel dat hem typeert; je bent toch met elkaar 30 dagen op pad. Een prima reisleider die elke ochtend persoonlijk de mensen via de telefoon wekt. En HSS staat volgens ons voor Hartstikke goed, Solide en Service-biedend. Vincent bedankt de groep. Voor hem was dit ook een fijne reis met een groep mensen die gezellig met elkaar omging.

 

Met een weegschaal van het hotel worden de koffers gewogen. Een koffer mag niet meer dan 20 kg wegen. Is het meer dan kan per kg een vette prijs worden berekend. Na een laatste afzakkertje in ons hotel liggen we er om 11.00 uur in.

 

Vrijdag 30 november – naar huis via Singapore

Koffers om 8 uur op de gang. Die gaan met een vrachtwagentje naar de luchthaven van Hanoi. Na het ontbijt wandelen we met onze handbagage naar het Waterpoppentheater. De bus is wat verlaat omdat de chauffeur een bekeuring heeft opgelopen maar dat kost de man niets want dat was van tevoren afgekocht. Ja, dat kan in dit land. Om kwart over 10 staan we voor de vertrekhal.

 

We checken in zonder problemen van koffers met overgewicht en nemen dan afscheid van Phuong en Vincent. Al vrij snel moeten we boarden en met vlucht SQ 175 van Singapore Airlines vertrekken we volgens schema (13.00 u.).

 

Na 31⁄2 uur vliegen en met een uur tijdsverschil komen we om half 6 aan in Singapore aan. Daar verplaatsen we ons van terminal 2 naar terminal 3 waar qua winkels e.d. meer is te beleven en waar vandaan onze vlucht naar Amsterdam zal vertrekken. We hebben genoeg overstaptijd want om 23.55 uur staat het vertrek met de Boeing 777-200 naar Amsterdam gepland. Op deze luxe aandoende luchthaven, voorzien van tapijt, zitten we onderuit gezakt bijeen bij een groot TV scherm. We wandelen wat en verzorgen de inwendige mens tot het de hoogste tijd wordt om naar de gate te stappen. Die blijkt aan het uiteinde van de terminal te liggen en dat is ver lopen.

 

Het toestel zou op tijd vertrokken zijn, ware het niet dat een van de passagiers aan boord medische bijstand moet hebben. Na een half uur halen ze hem uit het toestel en kan de reis beginnen.

 

Zaterdag 1 december – terug in Nederland van een geweldige reis

Na een lange vlucht met een lichte slaaprust landen we keurig op tijd om half 7 op Schiphol. Onze koffers komen al snel op de band en na het afscheid nemen van mijn medereizigers passeer ik de douane. In de hal aangekomen, zie ik dochter Martine die zo lief is om me zo vroeg al op te halen.

 

 

Einde van een fantastische reis met mijn 6 reisvrienden en –vriendinnen en nog 7 echtparen, een fijne groep bij elkaar. Het was een goed georganiseerde reis met een deskundige en goed gehumeurde reisleiding, een reis met een goede prijs/kwaliteitsverhouding, een reis ook met qua programma veel afwisseling. HSS bedankt!

 

GFL/Januari 2013